‘Je kinderen zijn je kinderen niet’ schrijft Kahlil Gibran in zijn boek de Profeet uit 1928 over kinderen. En verder ook:
‘Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
want hun zielen toeven in het huis van morgen.‘
Eigen weg gaan
Ik kom er op omdat ik binnenkort een kindje mag dopen in de Duif en dan komt deze tekst vaak in mij op. We gaan de gehele tekst gebruiken in de viering. En als je aan het begin staat van het opvoeden van zo’n klein mensje, kan je meer indenken, dan dat je voelt en weet wat de schrijver echt bedoelt.
Maar ervaren ouders weten hoe moeilijk het soms is, om én een kind liefdevol te leiden, én te sturen, maar ook op tijd los te laten, omdat het kind zijn of haar eigen weg mag en moet gaan.
In deze tijd staat het verhaal van de doop van Jezus centraal, ook dit kind is wel een heel eigen weg gegaan en zijn ouders hebben hem dikwijls niet kunnen volgen. Te hoog, te ver, te radicaal, te anders dan ze verwacht hadden. En dat is iets wat iedere ouder herkent.
Want wat gaat dat kind, dat eens een klein en aanhankelijk/afhankelijk wezentje was, toch haar eigen gang of wat doet die jongen dingen die zijn ouders niet hadden kunnen dromen.
Anders… beter?
Bij ons is één van de kinderen aan het verhuizen en ook al is hij 28 jaar, toch heb ik de neiging om me ermee te bemoeien. Zou je dat niet anders doen, mijns inziens beter, maar het is natuurlijk nog maar de vraag of het beter is.
Het is de kunst van het leven om regelmatig op je handen te gaan zitten, je tong af te bijten en het jonge spul hun eigen koers te laten varen.
Adviseren mag, bemoeien niet en eigenlijk is dat hetzelfde wat wij volwassenen ook willen.
Behalve als het echt niet goed met mij gaat, dan ben ik blij als iemand ingrijpt, het stuur even overneemt, maar zeker niet te lang.
Wat luistert het toch nauw, menszijn samen met anderen.
Jong en oud, elkaar in waarde laten, vrijheid in verbondenheid.
Want ik ontmoet vaak mensen bij wie het niet goed is gegaan. Waar de verbinding een strakke, onbarmhartige binding bleek te zijn, waar de zielen geketend zijn geweest en zelfs het lichaam niet van het kind zelf was, maar gebruikt of misbruikt werd door de volwassen ouder (zie tekst Kahlil Gibran). Het is belangrijk om die kleine, goddelijk geschapen mens die aan jou is toevertrouwd te koesteren, lief te hebben en in liefde te laten groeien en bloeien.
Dat maakt het leven van een mensenkind later ook veel makkelijker.
Ds.Marina
marinaslot@kpnmail.nl