Blogposts van Diana Vernooij

Evenwichtskunst

– Bij de afscheidsviering van Ton Wiemers, zondag 25 januari 2015 –  

En toen lag ik ’s avonds uitgeteld op de bank met een dekentje over me heen, twee poezen bovenop me die dat geweldig vonden, en een pot thee naast me. Pijn in mijn benen en armen, alsof ik geconcentreerd over een lange richel heb gelopen en nu kan ontspannen. Voorgaan in een afscheidsviering, na het overlijden van een dierbaar mens is lichamelijk slopend.
Ton Wiemers was dinsdagavond overleden, meldde Carla, zijn vrouw, mij. We hadden al een jaar of twee jaar geleden afgesproken dat ik samen met Juut Meijer van De Dominicus de afscheidsviering zou leiden. Het liefst in De Duif, dat was immers zijn geliefde kerk, nee sterker: De Duif was zíjn kerk. En omdat ik 27 jaar geleden door hem naar De Duif ben gestuurd is het ook mijn geliefde kerk.

Voorgaan is één ding, doopvieringen voorbereiden, trouwvieringen voorbereiden, daar neem je de tijd voor. Je spreekt af, je hebt een lange voorbereiding en langzaam vormt zich een feest. Maar een afscheidsviering voorbereiden is een hogedrukketel van 4 dagen. Intenser kan ik me niet voorstellen. De dood nabij weten, het verdriet zien van wie achterblijft, je eigen oude herinnering aan afscheid en dood weer voelen en het leven van de overledene overzien. Dat alles ingebed in dingen regelen, mensen betrekken en overleggen, inleven, bij elkaar schrapen, boekje maken, organiseren, checken – het instituut koster was zo gek nog niet. Tegelijkertijd probeer ik me terug te trekken om een overweging te maken die staat als een huis. Ik wilde een overweging maken die Ton recht deed, die liet zien wat hij betekend heeft voor de wereld, een overweging die liet zien wie hij was en dat aan de hand van zijn eigen theologische inbreng in De Duif.

Er waren 150 mensen, meer nog, in De Duif. Het waren mensen die wekelijks in een kerk komen, mensen die er nooit meer komen. Hoe betrek je die, hoe neem je gezamenlijk afscheid? Met genoeg God, met niet teveel God, met genoeg emotie, met niet teveel emotie, met genoeg persoonlijke verhalen, met niet teveel persoonlijke verhalen.
Evenwichtskunst.

De alsmaar korter wordende dagen

Bij de overweging van 23 november 2014 van Bert van der Meer

cov20141123bm300Uitverkiezing en het einde der tijden was het onderwerp van Bert van der Meer, afgelopen zondag in De Duif.
Mooi sinister onderwerp voor een zondag in de meest duistere tijd van het jaar: de tijd dat de blaadjes vallen en de dagen almaar korter worden. Juist dat dreigende van de oprukkende kou en de korter wordende dagen deprimeert me. Mijn geliefde tuin en tuinhuis zijn koud en onherbergzaam, ik moet mijn heil in mijn huis zoeken. Niet alleen dat de vallende blaadjes mij herinneren aan de komst van de winter,  ook de alsmaar korter wordende dagen herinneren mij aan mijn eigen alsmaar korter wordende toekomst. Ik besef dat er ook voor mij persoonlijk een eindtijd is, aan alles komt een eind tenslotte en van leven ga je dood.

Het is niet bepaald een vrolijk onderwerp om mee bezig te zijn, waar je op Facebook een fotootje bij plaatst en waarvan je kunt aanvinken: ‘vind ik leuk’. Maar voor wie boven de 50 is het niet actueel?

Bert haalt Paulus aan, en Paulus schrijft dat bij het einde der tijden vluchten onmogelijk is. En dat is ook zo, zelfs als er geen einde aan de wereld komt met een heuse Apocalyps, als het alleen maar een einde aan mijn eigen bestaan is. Vluchten is onmogelijk. Ik kan mijn ogen sluiten en me voorstellen dat ik nog net zo ben als toen ik 35 was, maar ik kies ervoor te voelen hoe de jaren in mijn lichaam zijn geprint. Toen een journalist hem zei dat hij er ouder uitzag antwoordde Wim Kok: “Ja, er is nog meer leven doorheen gegaan”. Mooi wijs antwoord.

Paulus zei al dat het bij het einde der tijden niet om een veroordeling gaat maar om redding. Zo besef ik dat het niet gaat om een zoeken naar zoveel mogelijk jeugd maar om het doorleven van het ouder worden en het toelaten van de wijsheid die op de deur klopt.

Brood voor de eendjes

Bij de overweging van Henk Kemper op 6 maart 2014

“De dominee gooide het overgebleven brood van het avondmaal voor de eendjes, tot schrik van de katholieken onder ons.”

Zondag zongen we uit volle borst voor een volle kerk.  We hadden de oecumenische kerk De Regenboog bij ons te gast. 30 kerkleden versterkten onze gelederen voor een zondag en na afloop lunchen we met hen en wisselen onze ervaringen uit. 40 jaar oud is de oecumenische kerk, precies even oud als onze basisgemeenschap. 40 jaar geleden werd er één kerk neergezet in een nieuwbouwwijk in Leiden, een kerk door gereformeerden, hervormden en katholieken oecumenisch opgezet. Nog steeds is de kerk oecumenisch, hoewel de bisschop hier en daar een stokje voor heeft gestoken. Van rechts tot links is iedereen betrokken – en de lijn naar de institutionele kerken wordt gekoesterd. Heikel, spelen wij kerkje, of zijn we kerk?

Zaterdag zong ik nog uit volle borst op de begrafenisdienst van Doreen, een vroegere collega en vriendin. We werkten allebei voor de kerk, ik vanuit de katholieke vrouwengeloofbeweging en zij vanuit de zwarte vrouwengeloofbeweging, de womanistische beweging – zoals zij die noemde. Een kerk vol mensen, merendeel zwart, protestantse liederen en was swingende erbij vanuit evangelische zwarte hoek. Aruba, stond er als geboorteplaats op haar overlijdensbericht, dat wist ik niet. Zij was daar heel fel op: “Kijk eerst maar eens naar wie ik ben, voordat je gaat vragen waar ik vandaan kom.” Ik heb haar nooit gevraagd waar ze geboren was.

Scherpte in de gemeenschap, we hebben het nodig om elkaar scherp te houden. Tegelijk verwonden we elkaar met onze scherpte, met onze kritiek of met onze gevoeligheden. Kerk is met name daar waar je kwetsbaar bent, juist omdat het je allemaal zo aan het hart gaat.

“Een omheining, ruim genoeg om er je vleugels te kunnen uitslaan.”

cov20140202mg2Over de overweging van Marc van de Giessen, 2 februari 2014 –  Jarenlang vroegen we op de dag van de verkiezingen een gastvoorganger. Dat zou de verkiezingen minder beïnvloeden, dachten we. Nu ging Marc voor, een Duifse voorganger, en hij koos juist de verkiezing als zijn thema: de geschiedenis ervan in de kerk, de spelregels van de democratie in onze gemeenschap die als een omheining zijn. Die regels moeten niet te krap zijn. Hij gebruikte het beeld van de machtige arend die in een omheining terecht was gekomen waar hij zijn vleugels niet meer kon uitslaan. De spelregels in de gemeenschap moeten juist ruimte scheppen voor ieder lid om zijn vleugels te kunnen uitslaan.

Toen ik begon 23 jaar geleden als voorganger, waren er 12 kandidaten. Er mochten maximaal 10 kandidaten gekozen worden en het was spannend of ik daar bij zou horen. Tegenwoordig zijn we blij met onze 8 kandidaten en ze halen allemaal voldoende stemmen. 23 keer ben ik gekozen als voorganger: het klinkt niet avontuurlijk, alsof het wel een herhaling van zetten móet worden. Maar zo ervaar ik het niet. Ieder jaar een nieuwe keuze om het avontuur aan te gaan. Zelfs mijn voordrachtstekst voelt ieder jaar weer fris. Wat is het geheim van voorgaan De Duif?

In al die jaren waren er discussies in de gemeenschap over het oprekken van de grenzen. De voorgangers zijn vaak degenen die de voorzet geven: het kruisbeeld kon vervangen worden door andere symbolen, God kon als vrouw verbeeld worden, interreligieuze vieringen worden georganiseerd, en er is ook stilte in de kerk. Het is het vertrouwen dat speelruimte schept, een omheining die flexibel is. Open, zo ruim als je kunt. Je vleugels uitslaan, zo breed als goed voelt. Van koolmees tot arend uitgroeien. En het is de taak van de gemeente, een  omheining te maken die zo ruim is dat alle voorgangers er hun vleugels kunnen uitslaan.

Vuurdoop en vreugde

Zondag 14 januari 2014. Vuurdoop voor Carolien. Ik ben de voorganger, zij houdt de overweging. We zijn allebei voorgedragen als voorganger, voor mij is het de 23ste keer, voor Carolien de 1e keer.[1] We hebben het samen voorbereid, samen de liederen en gebeden, zij de overweging en ik de inbedding. Samen met de voorbereidingsgroep op maandagavond natuurlijk.

blog20140112cmdvCarolien proeft aan het voorgaan. Spannend natuurlijk, ondanks alle goede voorbereidingen. Je staat daar toch maar mooi met alle ogen op je gericht achter die tafel. Ik herinner me nog mijn allereerste keer: ik deed mijn mond open en niemand die knikt of iets terug zegt – ik schrok: er is geen reactie. Alles wat je zegt en vertelt en benadrukt moet helemaal uit jezelf komen, zonder aanmoediging of bevestiging. Je laat je overtuiging zien, je bezieling en je betrokkenheid en je weet niet of het overkomt. Tegenwoordig voel ik of het aankomt, toen nog niet. Als beginner ben je blij dat je de kerk kunt inkijken, zonder je tekst kwijt te raken. Soms lukt het je beter, soms minder. Soms heb je teveel woorden, soms te weinig. Altijd weer is het uitdagend om echt te zijn, er helemaal te zijn en voor je boodschap te staan. Altijd weer vreugde om een overweging te maken, hoe lastig de start ook is. En altijd ook weer denk ik: “dit keer is het wat minder goed geslaagd”. Ja, altijd kwetsbaar, dat went nooit helemaal.

Carolien houdt haar overweging over het verhaal van de doop van Jezus in de Jordaan. Voor haar staat de doop voor een onomkeerbaar keuze op zielsniveau. Je laat het toe, de woorden “Jij bent mijn geliefde kind, in jou vind ik vreugde”. Ze klinken voor jou. “Daarna neem je een enorme ademteug en laat je die Onvoorwaardelijke Liefde helemaal naar binnen stromen. Niet meer en niet minder. Want jij bent geliefd.”

Na het tafelgebed deelt Carolien het brood en de wijn uit. Thea komt naar voren. Carolien spreekt de zin uit: “Thea, je bent geliefd”. En Thea lacht en zegt: “Jij mag blijven”.

 


[1] Ieder jaar worden er voorgangers voorgedragen uit de gemeenschap, minstens 5 voordrachten moet je hebben. Ook voor zittende voorgangers komt ieder jaar die vraag opnieuw: wil je voorganger worden komend jaar? Als je ja zegt, dan kom je op de lijst en schrijf je je motivatie. Dan is er een tweede verkiezingsronde, een maand later. Ieder Duiflid mag maximaal 10 voorgangers kiezen en iedere voorganger moet ten minste eenderde van de uitgebrachte stemmen hebben.

 

Een droom hebben of ervan wakker liggen

Bij de overweging van 15 december 2013 van Bert van der Meer.

– Teleurstelling: je veroorzaakt het zélf.  Zo ongeveer was de strekking van Berts overweging vanmorgen. Hij zei nog heel veel mooie dingen, maar dit was de kern. Jij maakt zelf de beelden, jij koestert verwachtingen, jij hebt er emoties omheen gemaakt – en de werkelijkheid zal daar nooit aan voldoen.

Tiltenberg
Na afloop van de viering praat ik met Hilda, een oud collega van me. Ze is voor het eerst in De Duif en het beviel haar. We praten na en natuurlijk komen we op De Tiltenberg. 15 jaar geleden ongeveer hebben we onze geliefde Tiltenberg moeten sluiten, de financiën kregen we niet rond. Zij was er hoofd van de keuken en ik was de directeur. Ik zie haar nog in volle glorie, genietend de scepter zwaaien in de keuken, of in vergadering met haar gastvrouwen. Ik zie haar overstuur in de deuropening van mijn kantoor. We hebben er keihard voor gewerkt, zei ze. Ja, het was een droom – een prachtig retraitecentrum, een geliefde plek van velen – we gingen er vol tegenaan.

Wakker liggen
Vorige week zei ik in mijn overweging: de belangrijkste vraag in je leven is welke pijn je wilt lijden. Waarvóór ben je bereid pijn te lijden. Droom je van een eigen bedrijf of lig je er al wakker van? Vele nachten lag ik wakker. Zoveel nachten, dat mijn coach zich terugtrok. Hij had vol vertrouwen gezegd dat hij de helft van zijn gage zou terugbetalen als het niet lukte om het centrum van de grond te krijgen. Het geld kregen we terug. En ik deed een stapje terug in mijn carrière,  geen eindverant­woording meer: maak mij maar onderbaas.

Tijdens de kerstborrel op mijn werk vroeg iemand me: Is dat niks voor jou, zou jij niet aan het roer willen staan? Ik betwijfel het. Houd ik genoeg van leiding geven om er weer voor wakker te liggen? Of koester ik misschien de verkeerde verwachtingen?

De slak en de vuurdoop

cov20131124hsEr stond een slak op het boekje van afgelopen zondag. De slak stak zijn voelhorens uit. Kom opnieuw tevoorschijn, dat was het thema van Helma’s viering. “Eerst je voelhoorns uitsteken, en dan… verwonderd om je heen kijken.” Helma had een prachtige zachte kracht opgeroepen om ons aan te moedigen van de negatieve ervaringen in ons leven en van de aardse beperkingen te leren. Met zachte kracht kunnen we afscheid nemen van het gevecht en blijven groeien.

Na deze uitnodiging repte ik mij van De Duif naar een andere kerk: Vrijburg in Amsterdam-Zuid, waar de Indiaanse sjamaan Emaho al een paar dagen les gaf. Ik schoof de laatste dag aan. Hij danste met zijn leerlingen en gaf hen een vuurdoop, aangevuurd door drums en een didgeridoo.

Entertainment
“Vermaak”, zei Emaho aan het eind van zijn sessie, “dat zijn we gewend. We zijn gepokt en gemazeld door een wereld van entertainment, waarin we op afstand ons niet echt laten raken.” Hij had me aangekeken en tegen me gezegd dat het niet eenvoudig was zo’n eerste keer. Hij vermoedde dat ik bang was geweest en daarom niet had deelgenomen aan de sjamanistische dans en het vuurdoopritueel. Ik vouwde mijn handen en boog. Bang nee, maar afstand ja, ik had afstand gevoeld. De sfeer was vreemd geweest, het zweet, de bellen en de kralen zetten me op afstand.

Voorzichtig 
We bidden in De Duif, we mediteren en luisteren. We nemen ook deel door te zingen en brood en wijn te delen met elkaar. We worden geraakt in De Duif, maar voorzichtig. Dansen in een viering – daar kijken we naar als er een danser is uitgenodigd. Maar zelf: nee, dansen dat doen we niet in de kerk. Dopen gaat met water en het gebeurt ook maar eens in je leven. Een vuurdoop is voor ons iets figuurlijks. De sjamaan trekt iedereen mee. Hij roept stevige aardse krachten op, hij laat iedereen stampen en schreeuwen, hij blakert je voorhoofd door hete was en vuur. Je wordt geraakt in je passie en liefde voor het leven en de aardse krachten. Hij wil je hart openen, en je krachtig laten handelen uit liefde. Niet om op afstand te blijven, maar erin mee te gaan! Ik zag zijn wildheid en zijn zachtheid, ik zag de overgave bij zijn leerlingen, hun stilte te midden van de drums. Ik zag de kinderen zich vol vertrouwen overgeven. Ik werd geraakt.

Geen afstand
Een slak komt heel voorzichtig tevoorschijn, hij betast en proeft zijn wereld. Een slak kan helemaal geen afstand houden, hij kan alleen voorzichtig zijn of zich terugtrekken. Maar als hij er is, is hij er helemaal.

Waarheid van religie in kleren van cultuur

“De waarheid van de religie komt in de kleren van de cultuur”
zo omschreef Esther Mombo, hoogleraar theologie in Kenia, de zoektocht naar de ondersteunende kracht van religies voor vrouwen. Musdah Mulia haar islamitische collega uit Indonesië was het van harte met haar eens: de Koran is het woord van God ja, maar de vertaling ervan gaat in menselijke woorden en is dus door de mannencultuur bepaald.

Dragende kracht

Van 12 tot 15 september 2013 waren professor Musdah Mulia en professor Esther Mombo uitgenodigd om afgevaardigden van de vrouwenvredesgroepen, die zich in het Platform Vrouwen & Duurzame Vrede hebben verzameld, te trainen in het vinden van de dragende kracht van religies.

Een Burundese vrouw vertelde bij de introductie dat haar man vindt dat vrouwen geen leiders kunnen zijn; in de bijbel staan toch ook geen vrouwelijke leiders. Ze gaat uiteraard tegen hem in, zegt ze, maar innerlijk geeft ze hem gelijk. Waarom is het zo met de bijbel?

In twee afzonderlijke groepen onderzochten zo’n veertig christelijke en islamitische vrouwen hun heilige teksten samen met de inleidsters en twee Nederlandse theologische trainers: Lieve Troch en Adulwahid van Bommel. Tussen de workshops door ontmoetten de groepen elkaar en ontdekten zij dat moslimvrouwen en christelijke vrouwen hetzelfde pad gaan. We kunnen bepaalde statements en omissies in onze heilige teksten alleen begrijpen als we de cultuur van die tijd begrijpen en de context waarin de tekst geschreven is. Dat betekent niet alleen dat we patriarchale interpretaties van later eeuwen van de tekst moeten afschrapen, dat we alles wat we al “weten” over de tekst moeten bevragen, maar ook dat de teksten zélf in hun patriarchale context begrepen dienen te worden. De vrouwenstemmen zijn gemarginaliseerd, vrouwennamen vergeten maar waar zij er zijn, gaat het om krachtige vrouwen die een leidende rol vervullen. Haar verhaal kunnen we opdiepen.

Universeel

Musdah Mulia maakt onderscheid tussen universele verzen en specifieke verzen in de Koran. De universele verzen verwijzen naar de basale waarden van de islam: rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit, compassie, vrijheid en vrede. De specifieke verzen met de geboden en aanwijzingen moeten in de context van deze universele worden gelezen en geïnterpreteerd – de concrete uitwerking in de dagelijkse praktijk mag nooit in tegenspraak zijn met de universele waarden. Dat kunnen geen goddelijke geboden zijn.

Ook Esther Mombo erkent een hiërarchie in de teksten van de bijbel. Sommige teksten geven de basis-intuïtie van het Christendom weer, andere niet, die zijn doordrenkt van de heersende cultuur. Het scheppingsverhaal is voor haar het uitgangspunt. In de schepping zijn man en vrouw naar Gods beeld en gelijkenis geschapen, en daarmee gelijk aan elkaar. Gelijkheid is de basis van de Schrift, en de interpretaties van de andere verhalen mogen daarmee niet in tegenspraak zijn. Het scheppingsverhaal gaat over het leven: wat niet goed is voor het leven is niet Bijbels.

Als we de Koran, het Evangelie, het Goede Nieuws dus, bevrijden van de patriarchale context kunnen we tot de kern van ons geloof komen.

Transformatie

De Keniaanse en Indonesische hoogleraren als kernsprekers van de training brachten van de start af aan de culturele gevoeligheid in het programma. De twee Nederlandse trainers: Abdulwahid van Bommel en Lieve Troch, zorgden ervoor dat die kern van het geloof ook echt helemaal eigen werd gemaakt.

Abdulwahid vroeg de vrouwen naar hun eigen geloof: Waarom God? Er ontstond een indringend gesprek en een uitspreken van alle vrouwen van hun diepste bron van geloof. Wij zijn zelf heilige teksten, zoals we hier zitten. Als je vragen krijgt over je eigen religie betekent het dat je je moet verdiepen in de Koran. Abdulwahid introduceerde de Koran als vriend, je moet durven omgaan met de Koran als met een werkboek en dat vraagt moed. Kijk niet als eerste naar de geboden. De verzen laten zien dat de eerste stappen kennis en begrip zijn. Vrijwel alle geboden tot goeddoen in de Koran kennen geen gender. Ook vrouwen worden dus tot vredesluiten aangespoord: de kernactiviteit van vredeswerk!

Het zelf lezen van de koran, zelf nadenken en zelf als vrouwen interpreteren van de Koran was een ontroerende ervaring. De werkvorm was het bevragen van een soera van de Koran waarbij de terughoudendheid werd overwonnen dat dit niet zou mogen. Met een overzicht van een eeuw tekstgeschiedenis en ontwikkeling van een koranvers dat eeuwenlang alleen maar in het nadeel van vrouwen werd geïnterpreteerd, werden de vrouwen zich bewust van hun eigen positie bij de interpretatie van sleutelwoorden.

Lieve Troch gebruikte de “Dans van bevrijding en transformatie”, een kritische wijze van bevrijdende tekstinterpretatie, door theologe Elisabeth Schüssler Fiorenza ontworpen. In stappen wordt een Bijbeltekst gelezen waar vrouwen in voorkomen: allereerst de eigen eerste ervaring met de tekst, voelt het als een bevrijdende tekst? Dan wordt de context van het verhaal geanalyseerd. Door het aanscherpen van je kritische denken krijg je oog voor het functioneren van de tekst: wiens macht wordt er bezongen, wie spreekt, wie krijgt geen naam of geen stem? Door dan opnieuw te kijken hoe de tekst bruikbaar is voor bevrijding kun je tot een nieuwe interpretatie komen, dat vrouwelijk leiderschap kan ondersteunen.

Bij nader onderzoek van de tekst van de bloedvloeiende vrouw (Marc 5: 21-43), blijkt het om een verhaal in een verhaal te gaan. De overste van de synagoge komt Jezus halen om zijn dochter te redden, vervolgens onderbreekt de vrouw zijn gang. Zij gaat tegen het gezag van de synagoge in. Zij is het beu uitgesloten te zijn en accepteert dit soort onderdrukking niet meer. Publiekelijk staat Jezus aan haar kant en roemt haar geloof.

Pijn en passie

Kontakt der Kontinenten (hun logo is: “Haal de wereld binnen!”) bleek een prachtige ontmoetings­plaats voor de kleurrijke verzameling vrouwen die het Platform bij elkaar had gebracht. Zo’n veertig vrouwen, van zeer verschillende leeftijden, kleuren, geboortegronden, loyaliteiten en organisaties stortten zich op hun heilige teksten om er de bevrijdende boodschap in te kunnen vinden. Hun vredeswerk doen de vrouwen vanuit de pijn en de passie en in het verlangen om geweldssituaties te transformeren. De Bijbelse teksten, vertelde Lieve, laten eenzelfde motief zien bij de Bijbelse vrouwen: vanuit pijn en met verlangen naar een betere wereld, gebeurt het goddelijke in de verhalen. Vaak is het verhaal van vrouwen maar een paar regels in een lange context, en ook is de vrouw vaak zonder naam – de patriarchale context heeft de waarde van het verhaal niet onderkend en er is een pareltje te ontdekken.

Het wordt een jonge Congolees-Nederlandse vrouw duidelijk dat de vertaling van de zeer dynamische godsbegrippen JWHW en Elohim met “De Heer” ten onrechte een statisch en feodaal autoritair godsbeeld oplevert. Ze is ervan onder de indruk: wat een prachtige beelden van God in de Bijbel. Ze is van plan het in te brengen in haar evangelische kerk, zegt ze. Ze vraagt zich af wat de mannen, wat haar vader en broers zullen zeggen.

Ook al was er veel nieuwsgierigheid naar elkaar, de groepen Islamitische vrouwen en Christelijke vrouwen waren apart in workshops aan de slag gezet. Dat bleek een gouden greep. Door apart te werken kreeg iedere vrouw inzicht in de patriarchale elementen en bevrijdende krachten van de eigen religie. Deze ontdekking en de wetenschap dat de andere groep hetzelfde werk verrichtte, sloeg de brug – en de wandelgangen deden de rest. Tijdens de afsluitende interreligieuze viering droegen stemmen met islamitische recitatie de woorden van een christelijke tekst, en daarna droeg een lieflijk christelijk gezang de woorden van de Koran. Dat wij met onze religies elkaars bevrijding mogen dragen!

___________________________________________

Diana was betrokken bij de organisatie van de training,
deed mee met de training en interviewde professor Mombo voor enkele tijdschriften.