BRASA

Brasa. Dat  kregen wij van een hele grote donkere man in het dorpje Gunsi in Boven-Suriname, het binnenland  waar  de mensen nog leven volgens oude tradities en rituelen. Bert – zo heet hij, want heel veel donkere mensen hebben erg Hollandse namen zoals Bert en Wim – gaf ons een grote omhelzing (= Brasa) omdat  hij zo hard had gewerkt en alles af was, wat hij had willen doen die dag. Nu is dat met die grote hitte een hele prestatie, dus wij beantwoordden de brasa met veel enthousiasme. Wíj hadden alleen maar in de rivier gezwommen en ons vermaakt in het dorp. Bert is een man die graag brasa’s geeft, bij elke gelegenheid die zich maar voordoet, krijg je een brasa van hem, hij is een grote schat van een man. Een wonder om te ontmoeten. Hij wil ook het liefst dat iedereen in zijn omgeving het goed heeft. Hij vertelde dat zij met de mannen van het dorp en een enkele vrouw gingen bidden voor een zieke man. Aandacht en warmte uitstralen en de gemeenschap bouwen.

In het kindertehuis Tamara waar ik was en waar we met elkaar een kinderviering hebben gevierd, vroeg ik aan de kinderen: wat doe je voor iemand van wie je houdt? Omhelzen, zei één van de kleinste jongetjes, en dat terwijl hij niet vaak een omhelzing, een brasa zal krijgen.

Gelukkig weten kinderen vaak wel in zichzelf wat liefde is en wat liefde van je vraagt. Onder elkaar zoeken ze de warmte en de genegenheid als ze die van volwassenen niet krijgen.

Toen wij in het dorp van Bert kwamen op weg voor een ‘boswandeling’ door  het oerwoud kwam er een hele kleine oude vrouw op ons af met wijd open armen, ze omhelsde ons alle drie en we voelden ons welkom in het dorp. Bert zei later dat noch zijzelf, noch anderen weten hoe oud zij is. Maar zij leek voor ons een kleine engel met  zachte grijze krulletjes. Iemand die wijsheid en liefde uitstraalt en het ook kan geven.

Ik dacht: hoe zou het zijn als ik dat eens ga doen in Hoogkarspel en Westwoud, iedereen een brasa geven, een warme omhelzing. Wat zou het dan anders worden… Wie weet, komt het ervan.

Brood voor de eendjes

Bij de overweging van Henk Kemper op 6 maart 2014

“De dominee gooide het overgebleven brood van het avondmaal voor de eendjes, tot schrik van de katholieken onder ons.”

Zondag zongen we uit volle borst voor een volle kerk.  We hadden de oecumenische kerk De Regenboog bij ons te gast. 30 kerkleden versterkten onze gelederen voor een zondag en na afloop lunchen we met hen en wisselen onze ervaringen uit. 40 jaar oud is de oecumenische kerk, precies even oud als onze basisgemeenschap. 40 jaar geleden werd er één kerk neergezet in een nieuwbouwwijk in Leiden, een kerk door gereformeerden, hervormden en katholieken oecumenisch opgezet. Nog steeds is de kerk oecumenisch, hoewel de bisschop hier en daar een stokje voor heeft gestoken. Van rechts tot links is iedereen betrokken – en de lijn naar de institutionele kerken wordt gekoesterd. Heikel, spelen wij kerkje, of zijn we kerk?

Zaterdag zong ik nog uit volle borst op de begrafenisdienst van Doreen, een vroegere collega en vriendin. We werkten allebei voor de kerk, ik vanuit de katholieke vrouwengeloofbeweging en zij vanuit de zwarte vrouwengeloofbeweging, de womanistische beweging – zoals zij die noemde. Een kerk vol mensen, merendeel zwart, protestantse liederen en was swingende erbij vanuit evangelische zwarte hoek. Aruba, stond er als geboorteplaats op haar overlijdensbericht, dat wist ik niet. Zij was daar heel fel op: “Kijk eerst maar eens naar wie ik ben, voordat je gaat vragen waar ik vandaan kom.” Ik heb haar nooit gevraagd waar ze geboren was.

Scherpte in de gemeenschap, we hebben het nodig om elkaar scherp te houden. Tegelijk verwonden we elkaar met onze scherpte, met onze kritiek of met onze gevoeligheden. Kerk is met name daar waar je kwetsbaar bent, juist omdat het je allemaal zo aan het hart gaat.

Zon te over en kind te veel

Ik ben in Suriname, het land van de zon, de bloemen, de kleurrijke kleding, de vele verschillende culturen, Hindoestanen, Javanen, Chinezen, Afro-Surinamers, Creolen, Indianen, Marrons noem maar op.

Ook het land van de verschillende religies: rooms-katholiek, evangelisch, joden, moslims, hindi, winti, natuurreligies en alles mag naast elkaar:  de synagoge staat naast de moskee. Het is het enige land in de wereld waar mensen zoveel respect hebben voor elkaars levensbeschouwing.

Maar respect voor het kind is heel anders hier dan bij ons. Op bezoek in kindertehuis Tamara treffen wij een functioneel ingericht gebouw aan met 19 kinderen, 15 begeleidsters, 2 maatschappelijk werksters, een kokkin en een jonge directrice.

De kinderen zijn voorzien van de eerste levensbehoeften, kleding, eten, een eigen bed en gaan naar school als ze daar aan toe zijn. Ze hebben elk hun eigen dramatische voorgeschiedenis en dat is af te lezen van hun koppies. Marleen en ik hebben voor elk kind een knuffel meegenomen, een Oennie (van Unicef) en een koffer vol  met  nieuw speelgoed van een van onze gemeenteleden in Hoogkarspel.

De kinderen zijn dolblij met de knuffels,  wildenthousiast over het speelgoed. Er wordt nauwelijks gezongen en weinig voorgelezen en de nadruk ligt op streng beleid. De straffen liegen er niet om. Strafregels schrijven, niet meedoen met een uitje. In onze ogen veel te zwaar.

In de gesprekken met vrouwen die we hier tegenkomen, horen we van de vrouwen dat ze zelf ook mishandeld zijn.

Tijdens een van onze taxiritten met onze vaste chauffeuse wordt zij gebeld, zij schreeuwt het uit, een jongen van 6 jaar is op straat aangetroffen met twee tassen kleren. Hij is bij haar vriendin gebracht. Dan vertelt ze dat zij ook door haar moeder op straat is gezet.. Wij horen de wanhoop in haar stem. Het raakt haar diep. We blijven op de hoogte en horen dat de ouders/verzorgers later bij de politie hun straatje schoonvegen en onze taxivrouw gelooft het net zo min als wij.

Suriname, een land om verliefd op te worden, op de zon, de mensen, de kleuren, de bloemen en planten, de vogels . Wij wonen 3 weken in de Arendstraat van Paramaribo en elke dag zweeft de arend boven ons hoofd. Het is een land in opbouw, in ontwikkeling, de ene keer meer succesvol als de andere keer. Als je jong ben, kan je als ondernemer hier flink wat bereiken. Een land wat je aantrekt en waar je af en toe van gruwt.

We hebben veel zon hier en heel veel stof tot nadenken!

Mijn boom

Als ik ’s morgens naar buiten kijk terwijl wij zitten te ontbijten, zie ik een boom. En niet zomaar een boom, ik zie een berkenboom. Hij staat in een binnenstadstuin en het is een bijzondere boom. Die boom geeft licht aan mij. Elke ochtend als de zon schijnt, is het alsof de bast van de boom licht geeft, het licht van de zon straalt vanaf de boom in mijn ogen. Ik  kan de zon nog niet zien, maar ik weet wel dat zij er is. Het is bijzonder om te zien, wat een uitstraling die boom heeft.

Een berk is een tengere boom en heel sterk. Die boom heeft  iets van oerkracht in zich. Het is de eerste boom die groeit dichtbij de koude Noordkaap in Noorwegen. Nou ja, groeien, het zijn maar hele kleine struikjes dan, maar het zijn kleine berkenbomen.

Zij kunnen veel aan. Veel koude, veel stenen in de grond. Veel weerstand en toch maar groeien. Dat vind ik mooi. Daarom ben ik zo gehecht aan die boom.

Ik weet dat het hoop geeft, een boom die groeit en bloeit, die bijna zelf licht geeft, die het licht van de zon verdubbelt. Ik wordt gelukkig van de zon, van het licht en die boom maakt mij blij; blij omdat de moed om te leven en om door  te gaan van die boom afstraalt.

En hoe wonderlijk is het dat veel mensen ook die grote moed hebben om over de stenen op hun pad heen te stappen. En hoe getergd en geteisterd ze worden door het leven, dat zij toch – ook als de zon niet schijnt- licht uitstralen en kracht geven aan anderen. Ik heb respect voor die mens, het ouderwetse woord eerbied is hier nog meer op zijn plaats. En elke dag kom ik zulke mensen tegen. Die vallen en weer opstaan, die door het leven struikelen of zwieren.

Mijn boom staat voor kracht die gevoed wordt door ….? De zon, het licht dat mensen bij je brengen, wellicht een geloof in dat je niet alleen bent, dat er altijd iemand is die je vergezelt. Als ik dat besef, welt er een lied in mij op ‘Altijd Aanwezige’ waarvan de tekst is geschreven door Simone Huisman*

Altijd Aanwezige, cirkel en kern van mijn leven
 jij trekt aan en omhult.
Ruimte van liefde nodig mij uit
om binnen te gaan

Als je dat bij mensen vindt,  is het heerlijk, als je dat bij de bron van Liefde ervaart, wordt het leven lichter. Als je durft te geloven dat die bron van Liefde altijd bij je en in je is, dan krijg je vanzelf moed om te leven en moed om te groeien.

“Een omheining, ruim genoeg om er je vleugels te kunnen uitslaan.”

cov20140202mg2Over de overweging van Marc van de Giessen, 2 februari 2014 –  Jarenlang vroegen we op de dag van de verkiezingen een gastvoorganger. Dat zou de verkiezingen minder beïnvloeden, dachten we. Nu ging Marc voor, een Duifse voorganger, en hij koos juist de verkiezing als zijn thema: de geschiedenis ervan in de kerk, de spelregels van de democratie in onze gemeenschap die als een omheining zijn. Die regels moeten niet te krap zijn. Hij gebruikte het beeld van de machtige arend die in een omheining terecht was gekomen waar hij zijn vleugels niet meer kon uitslaan. De spelregels in de gemeenschap moeten juist ruimte scheppen voor ieder lid om zijn vleugels te kunnen uitslaan.

Toen ik begon 23 jaar geleden als voorganger, waren er 12 kandidaten. Er mochten maximaal 10 kandidaten gekozen worden en het was spannend of ik daar bij zou horen. Tegenwoordig zijn we blij met onze 8 kandidaten en ze halen allemaal voldoende stemmen. 23 keer ben ik gekozen als voorganger: het klinkt niet avontuurlijk, alsof het wel een herhaling van zetten móet worden. Maar zo ervaar ik het niet. Ieder jaar een nieuwe keuze om het avontuur aan te gaan. Zelfs mijn voordrachtstekst voelt ieder jaar weer fris. Wat is het geheim van voorgaan De Duif?

In al die jaren waren er discussies in de gemeenschap over het oprekken van de grenzen. De voorgangers zijn vaak degenen die de voorzet geven: het kruisbeeld kon vervangen worden door andere symbolen, God kon als vrouw verbeeld worden, interreligieuze vieringen worden georganiseerd, en er is ook stilte in de kerk. Het is het vertrouwen dat speelruimte schept, een omheining die flexibel is. Open, zo ruim als je kunt. Je vleugels uitslaan, zo breed als goed voelt. Van koolmees tot arend uitgroeien. En het is de taak van de gemeente, een  omheining te maken die zo ruim is dat alle voorgangers er hun vleugels kunnen uitslaan.

Liederen om in te wonen

In deze blog schrijven we steeds over een lied dat wij met het Duif-koor zingen, waarom het zo raakt of fascineert. En wat zo’n lied met je doet als je het zingt of hoort of eens extra goed leest. Ik ben benieuwd wat jouw favoriet is?

“Scheur de wolken uiteen en kom” is een oude bekende maar hij blijft voor mij spannend. Het begint al met het eerste woord!  Scheuren is een hele actieve gebeurtenis. Er zit kracht en urgentie in dat woord. Het gebeurt met twee handen en ik zie het gewoon voor me. Daar hoog in de wolken zit een Grote Vriendelijke God (de GVG) … Een mooi klassiek godsbeeld. En hij kijkt door de wolken naar beneden. Naar ons en naar mij. In het lied roep je God naar je toe of naar beneden. “Hier nu! Wees onze God, wie anders” Het lijkt de roep van een kind die het spontaan en direct zegt: “kom hier nou! Je hoort toch bij mij”. Daarna staat er: “Niemand anders heeft ons gezocht. Niemand anders heeft zo geroepen”. Jeetje wat een zin. Hij heeft als een verlorene geroepen?! Naar mij??  Maar ikzelf ben juist toch (af en toe heus wel eens een keer) verloren? Wij voelen toch een rare onvolmaaktheid als we ons zelf geen liefde, geen leven gunnen? Of God soms ook? Het lied zet mij daarover aan het denken. Wat een mooie vraag: wie roept hier nu wie?

En terwijl je het zingt gebeurt er nog iets: de rollen worden omgedraaid:  “Open mij eet mij hier is mijn hart” zing je uit volle borst! Aha. Degene die zingt is misschien wel degene die geopend wil worden, die zich wil aanbieden met hart en ziel. “Drink mijn ziel. Hier ben ik”. En als er dan zo geroepen wordt …  dan draai je je om en dan begin je te luisteren. “Ons hart draaide om en hoorde” staat er. Kan je met je hart horen? En dan als laatste drie zinnen zingen we: “Waar ben je nu? Waar bleef je hartstocht? Ben je niet meer die ene van toen?”  Ai, ik voel me aangesproken. Over wie gaat het hier? Heeft God zich verstopt? Parkeerde God zijn hartstocht? Maar in mijn beeld van God is er een altijd aanwezige ruimte van liefde. Met genoeg voor iedereen. Altijd en overal. Dus dan gaan die laatste vragen blijkbaar toch over ons mensen … En als ik eerlijk ben dan klopt dat beter. Het is echt weleens “weg”, dat gevoel van verbondenheid. Dan lijkt alles zo nietszeggend. Dan ben ik niet meer die ene van toen! Die ene die als vanzelf ruimte heeft en mij begrijpt.  “Ja” zegt een stem in mij, “Maar tegelijkertijd kan iemand die het gevoel van eenheid met God een tijdje kwijt was zich hierin herkennen: Mijn God waar ben je nu. Waar bleef je hartstocht. Ben je niet meer die ene van toen. “ Ook dat mag je zelf invullen. Tenslotte is het iets dat voorkomt in een mensenleven. En daar uiting aan geven is net zo belangrijk!  Allemaal bij dit éne lied…

Wat is eigenlijk jouw favoriete koorlied? Dat lijkt me leuk om het over te hebben met elkaar. Wat is je favoriete lied en vooral: waarom.

Kijk maar!

De vorige keer schreef ik over ‘Laat je zelf zien’ naar aanleiding van de  verschijningen van Jezus.

Als je jezelf  wilt laten zien, dan wil je ook graag dat mensen naar je kijken, goed naar je kijken.

Toen ik klein was, dachten mijn ouders dat ik een beetje ‘achter’ was, een vriendelijke uitdrukking voor achterlijk. Later bleek dat ik gewoon heel slechte ogen had. Ik kon niks zien op school, zat ook nog op de achterste bank omdat ik zo verlegen was. Ik was erg onhandig en stootte overal tegenaan. Dus de motoriek leek ook gestoord. Ik weet niet wie het uiteindelijk heeft ontdekt, maar wat was ik blij met mijn eerste brilletje op mijn 11e jaar. Er ging een wereld voor mij open.

Mijn pleegdochter in Suriname kreeg een jongen binnen in het kindertehuis waar zij werkt die 13 jaar op straat heeft geleefd, zijn ouders zijn verslaafd en hij was aan het zwerven geraakt. En mijn dochter heeft naar hem gekeken en hem geobserveerd. Ze is naast hem gaan zitten en is bij hem  gebleven. En zij heeft laten merken dat er liefde is en trouw naar hem. Hij kreeg altijd straf van de leiding omdat hij de dingen niet goed deed, zijn schrijfsels werden steeds uitgegumd, óver moest het. Maar wat bleek, hij kon niet beter, hij kende het alfabet niet, hij tekende als het ware de letters na, maar wist eigenlijk niet waar hij mee bezig was.

Toen mijn dochter dat ontdekt had, is ze samen met de leiding op zoek gegaan naar een school voor hem. Maar dat bleek moeilijk, want bij andere tehuizen waar scholen bij zijn, willen ze liefst kinderen tot 9 jaar, die zijn nog te vormen.  En hij zou door zijn straatleven een slechte invloed op de andere kinderen hebben.

Toen is de jongen in contact gekomen met een Nederlands echtpaar die daar een pleeghuis aan het opzetten is. Hij is naar de Nederlandse school gegaan waar hun (pleeg)kinderen ook op zitten. En hij komt nu stralend uit school. En wat nog mooier is. Hij mag binnenkort bij dat echtpaar gaan wonen en is helemaal gelukkig.

Een kind gered dankzij dat er goed naar hem is gekeken. Kijken en vragen wat er werkelijk aan de hand is met de ander, maar soms ook met jezelf. Want ook in de spiegel kan je ontdekken wat er dwars zit, wat er anders moet. Mijn werk bestaat voor een groot deel uit kijken en luisteren met mijn hart. Want als de liefde ontbreekt in je blik, in je horen en in je voelen, verandert er niets en ontstaat er geen verbinding tussen mensen.

Kijk maar wat je er mee doet voor jezelf en naar de ander. Want kijken kost niks.

Ik wens je een mooie dag!

Laat je zelf zien!

In deze tijd van het jaar gaan de verhalen over de eerste verschijningen van Jezus in de wereld. Zijn eerste optreden in de tempel etc. Dat noemen we in de kerk de tijd van de Epifanie, de verschijning.  Jezus laat hier zichzelf zien in zijn opgroeien en groeien in de bijzondere rol die hij op zich heeft genomen in de wereld.

Een voorbeeld voor de mensen, een goddelijke broeder die jou uitdaagt om jezelf te laten zien. Om het beste uit jezelf te halen, om te laten kijken naar jezelf en niet te schuilen in je eigen schaduw. Maar ook weer wel. Als je verdrietig bent, als je even niet meer kunt, dan is er de troost en warmte van het schuilen bij, bij de mensen bij wie je hoort. Ken je die mensen, mensen bij wie je het gevoel hebt, ik hoor bij hen?? Als je ze kent, laat je dan zien, in alles wat er in je is. En als je geen mensen kent die daarvoor in aanmerking komen. Kom dan eens langs in de kerken van Hoogkarspel en Westwoud, want daar zijn altijd mensen die naar je willen luisteren en met je willen praten.  Laat je zien ook in wat je moeilijk vindt, in wat je niet zo goed kunt. Laat je zien in waar je goed in bent, steek je licht niet onder de korenmaat!! Dat zijn we in de gewone maatschappij niet zo erg gewend, om ons te laten zien. En hier in het Westfriese is dat vaak nog moeilijker, want we doen graag maar een beetje gewoon. Maar het wonderlijke is, dat we niet gewoon zijn. Ieder mens is bijzonder, ieder mens verdient aandacht, warmte en liefde. Maar dan moet je jezelf wel een beetje tonen. Als je wegduikt, als je in een hoekje gaat zitten, val je niet op, krijg je niks. Ziet niemand hoe bijzonder jij bent. Jezus deed voor hoe dat moet, gewoon er zijn onder de mensen. En je laten horen wat je mening is, en laten weten dat je er bent, zo gewoon en zo bijzonder.  Neem jezelf eens voor om je vandaag te laten zien aan een dierbaar mens, een mens die het waard is om je aan te tonen.

En vraag hem of haar om dat wat je nodig hebt, plezier, aandacht, vreugde, troost, een aai, een streling, een stevige hand, een arm om je schouder. Een woord van moed en vertrouwen. Wat mensen je al niet kunnen geven, dat is echt heel veel, maar ze kunnen niet ruiken wat jij nodig hebt. Dat kan je alleen maar laten zien. Heb een mooie tijd met elkaar!

Vuurdoop en vreugde

Zondag 14 januari 2014. Vuurdoop voor Carolien. Ik ben de voorganger, zij houdt de overweging. We zijn allebei voorgedragen als voorganger, voor mij is het de 23ste keer, voor Carolien de 1e keer.[1] We hebben het samen voorbereid, samen de liederen en gebeden, zij de overweging en ik de inbedding. Samen met de voorbereidingsgroep op maandagavond natuurlijk.

blog20140112cmdvCarolien proeft aan het voorgaan. Spannend natuurlijk, ondanks alle goede voorbereidingen. Je staat daar toch maar mooi met alle ogen op je gericht achter die tafel. Ik herinner me nog mijn allereerste keer: ik deed mijn mond open en niemand die knikt of iets terug zegt – ik schrok: er is geen reactie. Alles wat je zegt en vertelt en benadrukt moet helemaal uit jezelf komen, zonder aanmoediging of bevestiging. Je laat je overtuiging zien, je bezieling en je betrokkenheid en je weet niet of het overkomt. Tegenwoordig voel ik of het aankomt, toen nog niet. Als beginner ben je blij dat je de kerk kunt inkijken, zonder je tekst kwijt te raken. Soms lukt het je beter, soms minder. Soms heb je teveel woorden, soms te weinig. Altijd weer is het uitdagend om echt te zijn, er helemaal te zijn en voor je boodschap te staan. Altijd weer vreugde om een overweging te maken, hoe lastig de start ook is. En altijd ook weer denk ik: “dit keer is het wat minder goed geslaagd”. Ja, altijd kwetsbaar, dat went nooit helemaal.

Carolien houdt haar overweging over het verhaal van de doop van Jezus in de Jordaan. Voor haar staat de doop voor een onomkeerbaar keuze op zielsniveau. Je laat het toe, de woorden “Jij bent mijn geliefde kind, in jou vind ik vreugde”. Ze klinken voor jou. “Daarna neem je een enorme ademteug en laat je die Onvoorwaardelijke Liefde helemaal naar binnen stromen. Niet meer en niet minder. Want jij bent geliefd.”

Na het tafelgebed deelt Carolien het brood en de wijn uit. Thea komt naar voren. Carolien spreekt de zin uit: “Thea, je bent geliefd”. En Thea lacht en zegt: “Jij mag blijven”.

 


[1] Ieder jaar worden er voorgangers voorgedragen uit de gemeenschap, minstens 5 voordrachten moet je hebben. Ook voor zittende voorgangers komt ieder jaar die vraag opnieuw: wil je voorganger worden komend jaar? Als je ja zegt, dan kom je op de lijst en schrijf je je motivatie. Dan is er een tweede verkiezingsronde, een maand later. Ieder Duiflid mag maximaal 10 voorgangers kiezen en iedere voorganger moet ten minste eenderde van de uitgebrachte stemmen hebben.

 

Een droom hebben of ervan wakker liggen

Bij de overweging van 15 december 2013 van Bert van der Meer.

– Teleurstelling: je veroorzaakt het zélf.  Zo ongeveer was de strekking van Berts overweging vanmorgen. Hij zei nog heel veel mooie dingen, maar dit was de kern. Jij maakt zelf de beelden, jij koestert verwachtingen, jij hebt er emoties omheen gemaakt – en de werkelijkheid zal daar nooit aan voldoen.

Tiltenberg
Na afloop van de viering praat ik met Hilda, een oud collega van me. Ze is voor het eerst in De Duif en het beviel haar. We praten na en natuurlijk komen we op De Tiltenberg. 15 jaar geleden ongeveer hebben we onze geliefde Tiltenberg moeten sluiten, de financiën kregen we niet rond. Zij was er hoofd van de keuken en ik was de directeur. Ik zie haar nog in volle glorie, genietend de scepter zwaaien in de keuken, of in vergadering met haar gastvrouwen. Ik zie haar overstuur in de deuropening van mijn kantoor. We hebben er keihard voor gewerkt, zei ze. Ja, het was een droom – een prachtig retraitecentrum, een geliefde plek van velen – we gingen er vol tegenaan.

Wakker liggen
Vorige week zei ik in mijn overweging: de belangrijkste vraag in je leven is welke pijn je wilt lijden. Waarvóór ben je bereid pijn te lijden. Droom je van een eigen bedrijf of lig je er al wakker van? Vele nachten lag ik wakker. Zoveel nachten, dat mijn coach zich terugtrok. Hij had vol vertrouwen gezegd dat hij de helft van zijn gage zou terugbetalen als het niet lukte om het centrum van de grond te krijgen. Het geld kregen we terug. En ik deed een stapje terug in mijn carrière,  geen eindverant­woording meer: maak mij maar onderbaas.

Tijdens de kerstborrel op mijn werk vroeg iemand me: Is dat niks voor jou, zou jij niet aan het roer willen staan? Ik betwijfel het. Houd ik genoeg van leiding geven om er weer voor wakker te liggen? Of koester ik misschien de verkeerde verwachtingen?