Papa
(i)
“Ja het is druk geweest vanavond. Jullie moeten alle frituurapparaten leeghalen en schoonmaken, het afval moet naar achteren, en de vloeren vóór en achter moeten in de polish. De rest zoals altijd. Ik kom morgenochtend om 9 uur om te controleren.” De bedrijfsleider wachtte niet af of er nog vragen waren, en pakte zijn jas en vertrok. Papa en Quincy bleven achter.
“Man wat een bende zeg. Daar zijn we zeker tot morgenochtend mee bezig.” Papa knikte. Hij werkte al een hele tijd op de McDonalds in Alkmaar om die schoon te maken. Het was hier veel zwaarder dan die in Heerhugowaard. Daar begon je om 12 uur ’s nachts en kon dan om 5 uur weg. Dan bracht hij zijn collega naar Zaandam en was dan op tijd in Amsterdam Zuid-Oost om zijn dochtertje te zien en naar school te kunnen brengen. Bij deze McDonalds moest hij er om half twaalf ’s avonds zijn. Ze hadden dan een uur of acht werk, maar ze moesten tot 9 uur ’s ochtends blijven wachten, want dan kwam de bedrijfsleider pas om het werk te controleren. En ze werden maar voor vijf uurtjes uitbetaald!
Op radio 2 was de top 2000. Het nieuwsbericht van vier uur was net geweest toen er tegen het raam werd geklopt.
“Papa, daar staat iemand buiten.”
“Wat moet-ie, we zijn toch al lang dicht?” Het kloppen ging door. Papa ging kijken en veegde het glas van de beslagen deur schoon.
“Man, daar staat een meisje met een dikke buik. Die kun je niet buiten laten staan.”
(ii)
Michelle stond te wachten bij de portier van het gerechtsgebouw. Ze was veel te vroeg. Maar ze kon met een begeleidster meerijden uit Deventer en dat scheelde een treinkaartje. Maandenlang zwartrijden was precies de reden dat ze vanochtend moest voorkomen. Haar begeleidster had haar gezegd dat ze alles moest uitleggen. Dat ze een jaar dakloos was geweest en geen uitkering had gehad. Daarom reed ze toen altijd zwart.
Gelukkig was ze in de opvang in Deventer terecht gekomen en had ze daar Mike ontmoet. O, ze was bijna aan de beurt en hoorde hoe iemand vóór haar zei waarvoor-ie kwam.
“Ik kom voor de zaak Papa Yeboah tegen Schoonmaakbedrijf Singh.” Hee, dat was die man uit Alkmaar, die haar twee jaar terug vlak voor kerst bij de McDonalds naar binnen had gelaten!
(iii)
Papa schoot zijn advocaat aan.
“Meester, ik heb iets belangrijks. Ik kwam net een meisje tegen dat een keer op een nacht bij de McDonalds kwam aanlopen. Zij heeft hier om half elf een strafzaak en wij zijn zo om half tien. Ze wil met ons mee naar binnen om de rechter te vertellen wat zij gezien heeft. Daar staat ze.” Mr Dost keek naar de door zijn cliënt aangewezen vrouw. Ze was tenger. Naast haar stond een forse jonge man met een paardenstaart en met een peutertje op zijn arm.
“Vraag maar of ze komt.”
(iv)
De kantonrechter wiebelde wat heen en weer want zijn toga was tussen het wieltje van de bureaustoel gekomen.
“Ik open de comparitie in de zaak van de heer Yeboah tegen Schoonmaakbedrijf Singh. U bent Papa Yeboah en dat is mr. Dost? En namens het schoonmaakbedrijf Keldeep Singh en mr. Van Ittersum? Ik hoorde van de bode dat er ook een getuige is meegekomen. Ik heb in het tussenvonnis van 13 april opgeschreven hoe ik de situatie zie, en ik heb u voor vandaag uitgenodigd. Het komt er heel kort gezegd op neer dat u, en hij knikte naar rechts, claimt dat u voor het schoonmaakbedrijf zeven dagen per week moest werken, minstens 9 uur per nacht, en dat u maar 5 uur per nacht werd uitbetaald. Het schoonmaakbedrijf betwist dat. Ik heb u onder andere uitgenodigd om het over de bewijsmogelijkheden te hebben. Maar mr. Dost, ik zie dat u iemand hebt meegenomen. Kunt u uitleggen wie dat is?”
“Mijnheer de kantonrechter, dank u wel. Mijn cliënt kwam zojuist bij toeval een jonge vrouw tegen die twee jaar geleden een keer heel vroeg in de McDonalds in Alkmaar is binnen geweest. Zij wil daar iets over zeggen. Maar ze heeft hier straks om half elf een andere zitting, dus misschien vindt u het goed dat ze nu kort kan vertellen wat zij heeft gezien.”
De kantonrechter keek op de wandklok, maar die stond stil, en toen op zijn horloge, en knikte. Ja dat is wel praktisch.
“Mevrouw, wat is uw naam en wat kunt u vertellen over het werk van de mijnheer die hier aanwezig is.”
“Mijnheer de rechter, ik ben Michelle Volkers. Ik moet straks voorkomen want ik ben een tijd dakloos geweest en had toen veel problemen. Ik heb een jaar echt gezworven en kon toen terecht bij de opvang in Deventer. Het ging weer wat beter met me en ik leerde Mike kennen, die zit hier op de gang. Ik werd zwanger en we zouden een begeleid wonen plek krijgen.
“Maar vlak voor kerst werd Mike ineens aangehouden en vastgezet want hij had heel veel boetes openstaan. Ik was toen helemaal alleen en zag het niet meer zitten. Ik nam de trein om naar een vriendin in Den Helder te gaan maar ik had geen geld, en bij een kaartjescontrole werd ik gesnapt en werd er in Castricum uit gezet. Ik ben de hele nacht gaan lopen en zag toen een McDonald waar nog licht brandde. Ik heb daar aangeklopt. Die mijnheer deed me open. Het was wel grappig, want ik was al zeven maanden zwanger, en toen ik vroeg hoe hij heette zei hij Papa. Hij had ook een dochtertje, maar die ging al naar school.
“Met zijn collega was hij aardig voor me. Ik had honger en dacht dat ze misschien iets wat overgebleven was voor me hadden. Maar alles was al opgeruimd en schoongemaakt, dus dat kon niet, maar toen kreeg ik eten wat ze voor zichzelf van huis hadden meegenomen, aardappel en kip en zure saus. U vraagt hoe laat dat was? Ik had de hele nacht gelopen. Ik hoorde in de verte een klok slaan. Het was net vier uur geweest.”
“Kunt u zich nog herinneren wat u binnen zag?”
“Ja ze waren aan het werk. Alle stoelen stonden op de tafels. Ze waren bezig met de vloer in de voorste ruimte en de achterste ruimte moest nog helemaal in de was worden gezet. Dus ze waren nog lang niet klaar.”
“Is er verder nog iets wat u hierover wilt zeggen.”
“Nee, alleen dat ik heel dankbaar ben dat mijnheer Papa en zijn collega mij toen hebben geholpen. Ik mocht tot acht uur binnen blijven om op te warmen terwijl zij al die tijd doorgingen met hun werk. Het was de dag voor kerst. Toen ben ik weer weg gegaan. Ik weet het nog, het begon zachtjes te sneeuwen.”
Gerrard Boot
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!