Berichten

Je glimlach bewaren

Je glimlach bewaren - omslag orde van dienst

In de doopviering van Yannic Omloo lezen we teksten uit ‘Een jihad van liefde’ van Mohammed El Bachiri naast vergelijkingen in het evangelie volgens Mattheus.

Je glimlach bewaren, de moed niet laten zakken en de menselijkheid van een ander herkennen.
Diana Vernooij plaatst teksten van Mohammed El Bachiri naast vergelijkingen van Jezus in Mattheus.
– – –
“Ik heb een vriend, die altijd erg overtuigd is van zijn standpunten en graag de discussie aangaat. Zijn kinderen hebben een cartoon in de w.c. opgehangen (overigens de beste plek voor dit soort grapjes) en daarop staat: “Met het ouder worden veranderen wel mijn standpunten maar niet het feit dat ik gelijk heb”. Mijn vriend moet gelukkig zelf grinniken om de cartoon, en dat relativeert zijn gelijkhebberij.

Gelijk en geluk sluiten elkaar uit
Ooit moet een mens de keuze maken tussen gelijk en geluk. Wil je gelijk hebben of gelukkig worden?
Het sluit elkaar namelijk uit. Mensen die gelijk willen krijgen eisen meer. Ze willen een bevestiging van de buitenwereld. Wat is er aan om gelijk te hebben als niemand dat weet? Gelijk willen hebben is verslavend en je krijgt er eigenlijk nooit genoeg van.

Gelukkige mensen interesseert het niet of ze gelijk hebben. Ze zijn op iets anders gericht, een andere kwaliteit van leven, iets als blij zijn met hoe de dingen zijn, dankbaar voor wat je geschonken is in dit leven. Gelukkig mensen nemen wat je gegeven is niet zomaar voor gegeven. Het léven is ons gegeven. Yannic is ons gegeven, ons eigen leven is ons gegeven. Laten we dankbaarheid daarvoor oproepen. We hebben al wat ons in de schoot valt juist gekregen omdat we op de schouders van onze voorgangers staan. Zij hebben gewerkt en gestreden om dingen voor elkaar te krijgen – wij mogen dat niet zomaar onverschillig terzijde schuiven als vanzelfsprekend. Chantal vertelde dat Martine en zij zich ervan bewust zijn, dat zij dank zij de generatie feministen voor hen, als lesbische vrouwen samen een gezin kunnen stichten en daarin geaccepteerd worden door de wereld om hen heen. Zij hebben geluk – ze worden niet verleid om steeds weer het gelijk te bewijzen dat het echt wel kan, goede moeders zijn, als lesbisch stel.

Bij het verhaal dat we lazen staan de gelijkhebbers tegenover de gelukszoekers. Jezus spreekt de mensen aan die het geluk najagen, hij zorgt voor zieken en inspireert de buitengeslotenen van de maatschappij. De hogepriesters jagen het gelijk na. “Wie mag nu eigenlijk spreken namens God? Dat zijn toch zeker wij, de hogepriesters, en niet die mafkees uit Nazareth?”

Actie-reactiespiraal van geweld
Dat gelijkhebberij dicht bij het actie-reactiespiraal van geweld staat zien we al in het verhaal. De wijnbouwers zijn gewetenloos, zij willen niets van hun winst afstaan aan degene die de wijngaard gesticht heeft. Ze vermoorden de dienaren en de zoon van de eigenaar om zich de wijngaard toe te eigenen. Puur onrecht. Het is een verháál dat Jezus vertelt en hij vraagt de hogepriesters wat zij denken dat de eigenaar van de wijngaard zal doen met de pachters. Die antwoorden dan dat hij de pachters een ellendige dood zal laten sterven en de wijngaard aan anderen zal geven.

Jezus geeft zelf geen antwoord op zijn eigen vraag. Verrassend genoeg draait hij het perspectief van het verhaal om. Het blijkt een gelijkenis te zijn. Het blijkt over de hogepriesters zelf te gaan die hem niet erkennen. Hij zegt dat het Koninkrijk Gods de hogepriesters zal worden ontnomen en aan anderen gegeven.  In dat perspectief hebben de hogepriesters dus zwaar geoordeeld over zichzelf. Dat zit ze absoluut niet lekker. En zij zinnen op een moment om Jezus te pakken te nemen. De hogepriesters die op hun gelijk gericht zijn, zitten gevangen in een spiraal van geweld, en zullen doorgaan tot het gaatje, totdat Jezus aan dat kruis zal hangen en sterft.

Het zit in ons allemaal, de neiging het gelijk willen hebben voor het gelukkig zijn te laten gaan. Soms moeten we strijden voor rechtvaardigheid, krijgen we het niet in de schoot geworpen. Des te hardnekkiger het onrecht is, des te meer ligt de gelijkhebberij op de loer. Het is een menselijk patroon, dat gelijk willen hebben. Als je dat patroon níet kunt relativeren, als je gelijk hebben tot de meest betekenisvolle actie van je leven maakt, dan val je uit de liefde en kom je onherroepelijk in een spiraal van het geweld terecht.

Chantal verwees naar de vrouwen die voor haar gestreden hebben voor rechten die nu vanzelfsprekend zijn. Ik heb in mijn jonge jaren zo’n strijd voor autonomie als vrouw gestreden waar ik ook uit de bocht schoot. Het was in mijn radicale jonge jaren, zo’n 35 jaar geleden, dat ik inzag hoe afhankelijk ik van mannen was opgevoed. Ik raakte ervan overtuigd dat alle mannen onderdrukkers waren van vrouwen. Ik kon mij pas vrij maken, dacht ik, als ik de relatie met mijn vriend zou beëindigen. Ik vond dat ik het gelijk aan mijn zijde had, dus mijn vriend moest wel mijn onderdrukker zijn die ik beter kwijt dan rijk kon zijn. Dat ik daarmee een zachtaardige man onrecht deed, liet ik toen niet echt tot mij doordringen.

Geloof kent weinig nuances
Sommige mensen gaan nog verder in hun gelijkhebberij. Ze willen rücksichtloos andere mensen hun waarheid opdringen en degenen die zich niet laten bekeren omleggen. Jihad wordt het nu genoemd, en vroeger: beeldenstorm, inquisitie: ketterverbranding, kruistocht. Geloof is helaas een al te mooi voertuig voor de gelijkhebbers. Geloof kent weinig nuances, en is maar al te goed te combineren met compromisloos leven. God staat aan onze kant, we hebben alle recht om ten strijde te trekken. Ik moet meteen aan Bob Dylan denken, protestzanger en winnaar van de Nobelprijs voor literatuur:

The First World War, boys
It came and it went
The reason for fighting
I never did get
But I learned to accept it
Accept it with pride
For you don’t count the dead
When God’s on your side.

Oftewel: je telt de doden niet als God aan je zijde staat.
Daarom is het nodig om er een ander compromisloos religieus leven tegenover te zetten, een andere jihad, een andere inspanning. Een jihad die jou juist op het moment dat een ander jouw leven verwoest, laat zeggen: “Niets rechtvaardigt haat, niets zal tot haat leiden.” Het is wat Mohammed El Bachiri doet. Altijd zal de liefde voor zijn vrouw, en de liefde die zij deelden het antwoord bepalen – en niet, nóóit de haat: “Liever sterven dan te haten!”, zegt hij.  Onrecht beantwoorden met liefdebetoon. Altijd.

Broertje of zusje van haat
Haat uit je hart bannen – nooit haat laten opkomen, nooit ook maar een broertje of zusje van haat laten opkomen: irritatie, woede, verontwaardiging. Nooit toestaan dat je dat gebeurt. En als het je toch gebeurt: het in liefde en zachtheid smoren én in relativering en humor. En ondertussen kritisch en radicaal blijven. Nee zeggen, het onrecht stoppen – zonder haat. Verder gaan vanuit het hart en de rede, met de liefde als onuitputtelijke grondstof.

De spiraal van geweld doorbreken, de actie-reactiepatronen van het geweld doorbreken, dat kan op vele onverwachte manieren. Jan, hier in De Duif, vertelde dat hij eens gebeld werd om een ruzie te sussen tussen 2 echtelieden. Als hij aankomt zijn zij aan het schreeuwen tegen elkaar en het huis is een bende van stukgegooid huisraad. Jan richt zich niet op de woorden, probeert niet partij te kiezen of tussen¬beide te komen maar pakt de stofzuiger en begint schoon te maken. Dat koelt de hele situatie af.

Haten en schreeuwen
Niemand zou het vreemd vinden als Mohammed El Bachiri zou haten en schreeuwen. Hij heeft recht van spreken en hij spreekt. Hij spreekt verpletterend en indrukwekkend. “Niets rechtvaardigt haat, niets zal tot haat leiden.” “De ware jihadist zoekt naar kennis, doet zijn best om anderen te ontmoeten, ook als die daar niet voor openstaan. De jihadist laat de moed niet zakken, hij bewaart de glimlach en erkent de menselijkheid van de ander.”

Dus laat de moed niet zakken. Laat ons die radicale jihadist van de liefde eer bewijzen.
Laten we onze liefde bewaren.
Bewaar je glimlach, Yannic, als de zeeën je soms te hoog gaan.
Bewaar je glimlach Martine en Chantal, als de wereld zich tegen jullie, lesbische moeders keert.
Bewaar je glimlach lieve mensen hier in de Duif, wat je ook overkomt. En erken altijd de menselijkheid van de ander.

 – – – – – – –

Alle teksten rond deze overweging (PDF)

Recensies Een jihad van liefde: ‘De leesclub van alles’; NRC

Overwegingen 2017

Gronding helpt om te voelen en te laten gaan

Gronding - onderdeel van het 'Grace'-model, beoefend in de Training 'Being with Dying', Upaya, USA

Voor het concrete begeleiden van mensen bij sterven leerden we het ‘Grace’-model. Iedere letter herinnert ons aan iets belangrijks. De ‘G’ staat voor ‘gronding’, stevig in je eigen lijf aanwezig zijn. ‘Plug-in’ noemde een van de begeleiders deze wijze van zitten.

Op de eerste dag van de training Being with Dying* werden we gevraagd wat we wilden achterlaten. Ik had niets achter te laten. Ik was al meer dan 5 weken onderweg. Ik had mijn verdriet gevoeld bij de lenteretraite, had als een blij ei langs de kust van Californië vakantie gevierd met mijn vriend Lars. Nu weer terug in Upaya was er niets dat me bezwaarde.

Ik had wel een wens: te voelen wat er te voelen viel. Ik verwachtte dat oud verdriet zich zou laten zien. De doden leven in ons en we zouden bij de dood en onze doden zijn de komende tijd. “Laat me het lef hebben te voelen wat in mij huist”, wenste ik. Ik heb geen dagelijkse praktijk met stervensbegeleiding, maar ik verwacht dat wat ik leer me zal helpen bij alle andere moeilijke situaties waar ik in terechtkom.

Er waren sessies, theorie (neuroscience en ethiek) en vooral ook veel praktijk. Oefeningen, groepjes en geleide meditaties. Vooral Tonglen-meditatie, het inademen van alle zwaarte en pijn en het uitademen van lichtheid en liefde. Dat is een effectieve manier om compassie te ontwikkelen voor wat ons neigt af te schrikken. Ik had het vaker gedaan en we pasten het toe op onze ervaringen met de dood. Ik was weer dicht bij verdriet om verlies dat nooit verdwijnt maar wel zachter en eigener wordt.

Voor het concrete begeleiden van mensen bij sterven leerden we het ‘Grace’-model. Iedere letter herinnert ons aan iets belangrijks. G van gronding**, stevig in je eigen lijf aanwezig zijn. ‘Plug in’ noemde een van de begeleiders deze wijze van zitten. Ik ging zitten met een rechte rug en plugde mijn zitbotjes in de stoel. Dat werkte. Niet overstrekt met een holle rug, niet gekromd hangend. Stevig in je eigen lijf aanwezig zijn en weten wat je gewaarwordingen zijn is nodig voor de R. Roep je intentie in herinnering. Waarom doe je wat je doet? Het is belangrijk te weten waarvoor je hier bent. Ik ben hier omdat ik alle aspecten van het leven wil onderkennen en ermee overweg wil kunnen gaan. Die intentie voelt sterk en motiverend. Als je je intentie weer weet, dan kun je naar de A: afstemmen op je eigen lijfelijke gewaarwordingen en emoties en op die van anderen. Als je de verschillende emoties herkent in je eigen lijf, dan kun je ook die van anderen aanvoelen. En dit bevreemdde me, er waren weinig emoties bij de verschillende oefeningen terwijl ik wel die van anderen kon herkennen. C: check de verschillende reacties en mogelijkheden, dan kun je kiezen hoe je wilt reageren. Dat is E: effectief handelen.

De meditaties leidden ons langs de dood, de dood van dierbaren en onze eigen dood. Beetje bij beetje gingen de meditaties dieper totdat we onze eigen dood helemaal doorleefden, een voor een het einde van alle verschillende zintuigen – althans, voor zover we ons dat konden voorstellen uiteraard.

Nee, er was geen angst of schrik, geen afkeer of weerstand. Geen gevoelens die opspeelden, geen heftig verdriet om de dood van anderen. Ze waren me wel nabij: mijn zus Marja en mijn moeder, mijn vriend Carl en vriendin Trees – als de belangrijkste mensen wiens sterven grote invloed hadden op mijn leven. Maar het bevreemde me dat er zo weinig te voelen viel aan eigen emoties. Anderen lieten hun tranen zien, hun onmacht of verdriet. Toch voelde ik me geen outsider van de training en zeker geen koele kikker. Een klein stemmetje in me zei: ‘het is de gronding’. Het stemmetje was zo klein dat ik het bijna verwaarloosde. Maar mijn verwondering was gewekt. Ik verwachtte emoties die verborgen waren, maar het bleek de gronding die nieuw was. De kracht ervan voelde ik net zo sterk door me heen golven als de kracht van mijn intenties. Ik zag ineens mijn patroon: beschouwen van en denken over mijn emotie, in plaats van deze lijfelijk doorvoelen. Gronding helpt om te voelen en te laten gaan en niet in het denken te blijven ronddolen. Ingeplugd in de aarde zijn geeft stabiliteit en kracht. Hangend in je stoel ben je reactief naar wat je overkomt. Rechtop met een holle rug ben je juist gespannen en te bepalend. Rechtop en ingeplugd, voelde ik, is er balans tussen ontvangen en reageren. Ik zit weinig rechtop. Het is mijn gewoonte om te wiebelen, dan weer eens onderuit afwachtend, dan weer gespannen overal op reagerend, mijn vingers verfrommelend.

Wat een ontdekking. Er is een houding die het juiste midden houdt. Die mij in het juiste midden houdt. Daar moest ik het de komende tijd maar eens mee doen.

Diana Vernooij

Op 29 maart vertrok Diana Vernooij voor twee maanden naar de Verenigde Staten. Gedurende zeven weken verblijft zij in het Upaya Zencentre in Santa Fe. Diana volgt drie weken zenretraite en aansluitend een training ‘Being with Dying’, olv. Joan Halifax. Vanuit haar verblijfplaats doet zij verslag van haar leerervaringen.


Lees ook: Een zenweekend koans | Dokusan, het onderhoud met de leraar | Negen dagen Sesshin | Vrouwen: persoonlijk verslag uit Upaya | Seider, volle maan en zenSesshin II – Na twee weken ‘personal practise’ |


*) BEING WITH DYING: The Professional Training Program for Clinicians in Compassionate Care of the Seriously Ill and Dying  has been dedicated to fostering a revolution in care of those who are seriously ill and those who are facing death.
This unique program provides clinicians with essential tools for taking care of dying people and people suffering from serious illness with skill and compassion, as well as sustaining resilience and dedication as they serve others.

– Roshi Joan Halifax, PhD Project Founder & Director


**) Gronding (ook wel aarden genoemd) is voor veel mensen een dagelijks ritueel om letterlijk steviger te staan, beter in balans te zijn en blijven en minder te worden beïnvloed door wat er om je heen gebeurt.

Roze Duif

Er is geen kerk in Nederland waar liturgie zo democratisch is georganiseerd als bij De Duif in Amsterdam. De bezoekers van de vieringen kiezen elk jaar opnieuw een groep voorgangers. Ook kunnen zij meedoen aan de voor- en nabesprekingen van de diensten en aan het uitvoeren van bepaalde taken binnen de vieringen. Dit alles in een goed georganiseerd proces van vergaderingen en procedures. Uittocht sprak met twee van de Duif-voorgangers van dit jaar (1997 – red.): Marina Slot en Diana Vernooij. En vroeg hen in het voorbijgaan hoe roze De Duif werkelijk is. Is De Duif een homo-kerk?

Regelmatig trouwen er mensen in De Duif in een zogenaamde “verbondsviering”. Dat zijn voor een aanzienlijk deel homo’s en lesbische vrouwen die zelf ook in De Duif kerken. Betrokkenheid bij de gemeenschap is een voorwaarde. Hoewel, als het verlangen erg groot is en het verder nergens anders kan, dan zal De Duif geen “nee” zeggen.
Hoe komt De Duif aan die mooie roze tint, haar populariteit bij het homo/lesbisch volksdeel?

Een soort thuiskomst
Marina: “Dat zit ‘m in de grote openheid naar de mensen, naar alles wat er op en aan zit, alles dat ze meebrengen aan mooie en minder mooie dingen. Mensen worden met hun hele hebben en houwen geaccepteerd, dat voel je. Voor veel lesbische vrouwen en homo’s is de komst naar De Duif een soort thuiskomst. Niet iedereen blijft. Sommigen gebruiken het als een soort doorgangshuis. Maar wat ze er meemaken zijn vaak heel genezende ervaringen. Kort nadat ik in De Duif kwam zong ik in het koor mee in een verbondsviering van twee mannen. Dat was zo ontroerend, ik heb mijn ogen uit mijn kop gejankt van blijdschap, van emotie. Ik ril nog als ik er aan denk. Het was zo open, zo vanzelfsprekend, zo doodnormaal. Na alles wat ik in de kerk hieromtrent had meegemaakt was dit een bevrijdende verademing”.

“Het roze in De Duif heeft twee kanten.
De Duif is geen homo-kerk,
het is zelfs geen homo-vriendelijke kerk.
Wij vinden dat kerk zo moet zijn!
Een kerk behoort open te zijn
voor de hele diversiteit van mensen.”

Diana: “Vorig jaar leidde ik hier een dienst in het kader van de Gay Pride Dag. daar kwamen heel wat mensen op af. Het zorgde tegelijkertijd voor een flinke discussie (binnen de geloofsgemeenschap – red.): waarom een dienst voor een aparte groep? Iedereen is toch altijd welkom?
Ik heb tijdens die dienst betoogd dat het roze in De Duif twee kanten heeft. De Duif is geen homo-kerk, het is zelfs geen homo-vriendelijke kerk. Wij vinden dat kerk zo moet zijn! Een kerk behoort open te zijn voor de hele diversiteit van mensen.

Diverse club
“Het gaat om mezelf, het gaat om veel mensen in De Duif. We hebben een behoorlijk diverse club, niet alleen in homo en hetero: jong, oud, maatschappelijke achtergrond, inkomen, werk of geen werk. Aan de andere kant: het blijft een lastig onderwerp om over te praten. Op het moment dat wij gaan benoemen dat meer dan de helft van de voorgangers homo of lesbisch is, dan zegt iedereen “dat maakt toch niets uit”. Nee, dat maakt ook niets uit, maar tegelijkertijd maakt het ontzettend veel uit.”

Uit: Interview in het maandblad Uittocht / juni 1997 met Marina Slot en Diana Vernooij, beiden voorganger in ‘De Duif’