Berichten

Leer van de vijgenboom

Leer van de vijgenboom - Matteüs 24:32Door Bert van der Meer – Ik heb me afgevraagd hoe het komt dat de volgelingen van Jezus zijn verhalen onthielden en konden doorvertellen, zonder opname-apparatuur of boeken. Dat kan alleen maar als de verhalen zo indrukwekkend waren dat je ze wílde doorvertellen. Omdat je er stil van werd, bang, geboeid aan de lippen hing van degene die het verhaal deed.
Het evangelie gaat verder met de oproep om waakzaam te zijn. En de aandacht wordt gevestigd op de werken der barmhartigheid, die van ons allemaal worden verwacht. De werken van barmhartigheid betreffen het voeden van degenen die honger hebben enzovoorts.

In de voorbereiding van de dienst, twee weken geleden, heb ik de vraag gesteld wat de redenen zouden kunnen zijn om deze verhalen te vertellen. De eerste reactie was: “om mensen angst in te boezemen, zodat ze goed zouden leven”. In de context van de lezing, de waakzaamheid die wordt gevraagd en de werken van barmhartigheid, lijkt het daar inderdaad op.

Einde van de wereld
We moeten ons ook realiseren dat het einde van de wereld voor de mensen van die tijd niet zo ‘ver van mijn bed’ was. Ze kenden de woorden van de profeet Daniël en werden opgevoed in de wetenschap dat ‘het oordeel spoedig zal komen’.
Ook werd “de hoop op een betere eeuwigheid” geopperd. Ik denk inderdaad dat we een verlangen hebben om ook onze grootste angsten onder ogen te zien. Omdat gedachten je bekruipen dat het voor jou, of voor ons, voor de wereld wel eens afgelopen zou kunnen zijn. De hoop dat het dan toch nog goed komt houdt je dan in leven.
In veel religies heeft het einde der tijden een plaats. In de Noordse mythologie heet het Ragnarok, in het Boeddhisme kalpa, volgens de Maya’s gebeurde het in 2012, Joden hebben een Messiaans verlangen en Christenen hopen dat Jezus terugkomt. En ook in films komt het einde van de wereld groots aangekondigd: The Day After Tomorrow, Hitchhikers guide to the Galaxy, 2012 en Melancholia.
Paulus zegt dat “de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang (…) Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis, dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn (…) Want Gods bedoeling met ons is niet dat wij veroordeeld worden, maar dat wij gered worden door onze Heer Jezus Christus.”

Wees waakzaam
Het is een oproep tot waakzaamheid, waakzaam dat jezelf goed leeft, waakzaam voor je medemensen, dat we elkaar behoeden en doen leven. Alleen zijn de woorden van Paulus, in het licht van het evangelie, wel de milde variant.
In het evangelie wordt duidelijk gemaakt dat als je de tekenen ziet, dat je dan meteen moet stoppen met waar je mee bezig bent. En dat je je moet hoeden voor valse profeten. Dat laatste kan ik me goed voorstellen: valse profeten die inspelen op angstgedachten van de mensen.
En vervolgens worden alle registers opengetrokken. Zon en maan wordt verduisterd, sterren vallen van de hemel en hemelse machten wankelen. En dan worden de uitverkorenen bijeengebracht door de engelen. En ineens is daar dan de vijgenboom: “Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat het einde nabij is.”
Jezus maakt deze vergelijking, denk ik, om duidelijk te maken dat het in de natuur zit om ‘waakzaam’ te zijn. En dat dat voor mensen dus ook geldt.
Wij hebben sinds vorige winter twee vijgenbomen in onze tuin. Afgelopen zomer hebben ze ook vrucht gedragen: heel veel heerlijke vijgen! Ze maken van die prachtige bladeren die we kennen van schilderijen, waar ze ook wel als kledingstuk werden gedragen. Pas diep in de herfst worden de bladeren geel en vallen dan af. Het is een mooie gedachte dat ook in de winter onder die stam het leven broeit en, als de temperatuur en de daglengte het toelaat, bladeren opnieuw zullen uitlopen.

Hemelgewelven wankelen
Ik heb me afgevraagd wat voor mij het einde van de wereld betekent. Dit jaar zijn mijn vader en mijn broer overleden en vooral dat laatste heeft mijn hemelgewelven wel doen wankelen. Het heeft mij nog bewuster gemaakt van de noodzaak om iets goeds met mijn leven te doen. Voor mij is dat: goed zijn voor mijn naasten, dromen najagen en iets betekenen in deze wereld. Ik geloof dat ik daar zelf invloed op heb en ook dat het niet te beheersen, te controleren is.
Het einde der tijden heeft op mij geen afschrikwekkend effect. Als ik vandaag naar buiten kijk is de zon verduisterd, de maan verdwenen en de sterren onzichtbaar. En als het laatste oordeel moet komen, dan is dat zo, dan beleef ik dat ook wel. En dat de goeden dan gered worden en de kwaden gestraft… dat heeft voor mij geen wenkende of afschrikwekkende invloed. Ik denk dat het vermoeden dat je je leven goed besteedt een beloning op zich is, een bemoediging. En ik kan me niet goed voorstellen hoe je leeft zonder zo’n kompas.
Voor mij ligt de kern van deze lezingen in de belofte dat het goed komt met ons, óók dan.

Een nieuwe dag
Ook als je denkt dat voor jou het einde van de wereld daar is, komt er een nieuwe dag. Net als de vijgenboom weet dat de zomer komt, weet jij dat er een nieuw begin zal zijn.
In de voorbereiding van deze viering kwam dat voor mij in één zin naar voren: “dat je zonder angst zult leven, wat je leest”. Die zin komt uit “Boek, jij bent geleefd” dat we straks zullen zingen. Leven zonder angst betekent niet onnozel of onbezonnen, maar wel in volle overgave van het leven. Dat we ons niet bezighouden met wat mis zou kunnen gaan, maar verder gaan met het zorgen voor elkaar en elkaar tot voorbeeld zijn. Dat we elkaar behoeden en doen leven.

Moge het zo zijn.

– – – – – – –
Alle vieringteksten, de context rond deze overweging (PDF)

Alle Overwegingen in 2017

Van Weten naar Doen

Overweging Henk Kemper op zondag 12 november 2017 - Van Weten naar DoenWe rollen de laatste weken van het kerkelijk jaar uit. Over enkele weken begint de advent, de voorbereidingstijd die ons uiteindelijk bij Kerstmis brengt. Maar zo ver is het nog niet. De oudste teksten die we vandaag voorgeschoteld kregen zijn van de hand van Jesaja en van de Psalmist.

En Jesaja gaat even lekker tekeer. Hij spreekt namens de Heer, de Eeuwige, de Almachtige. Hij kondigt aan dat er iets nieuws aan staat te komen. “Iets wat jullie nog nooit eerder hebben gehoord. Iets wat jullie nog nooit eerder hebben gezien. Iets wat er nog nooit is geweest. Iets waarvan je niet wist dat zoiets kon gebeuren.
Lekker helder en overzichtelijk, nietwaar: Er staat ‘iets’ te gebeuren. En daar is ook een aanleiding voor. Want de Eeuwige is woest, witheet, laaiend op een onbetrouwbaar volk dat niet te vertrouwen is. Een volk dat al zo vaak gestraft is. Maar de straffen hebben niets geholpen. En de meest rigoureuze aller straffen, namelijk de doodstraf, die wil God niet uitvoeren.

Iets
God gaat iets nieuws doen, zegt Jesaja, zegt God. Waar gaat het in Gods Naam om, denk je zo langzaam aan. Laten we eens op zoek gaan.
De oud-testamentische God is een strenge, straffende God, die straft tot in het zevende geslacht. Een God dus die dader én nakomelingen straft, zo was toen althans het beeld van God. Maar als je Jesaja leest, komt er een andere God. Er staat dat God een goede en betrouwbare God wil zijn. Hij zal zich inhouden en het volk niet vernietigen. Maar het volk zal wel gestraft worden. Dat doet God voor zichzelf, omdat hij wil dat iedereen eerbied voor hem heeft. Eerbied dus voor een God die zijn strafmaat kan aanpassen. Een die uiteindelijk rekening houdt met zijn schepping. Maar het blijft een beetje geheimzinnig wát er dan wel gaat gebeuren. Er gaat íets’ gebeuren. Iets dat nog nooit is vertoond en dat nog niemand heeft gezien.
Wat een bijzonder woordje is dat aan het worden, dat woordje ‘iets. Ook Matteus gebruikt het in zijn lezing. De eerste zin luidt: “Jezus zei: “Dit voorbeeld kan je ‘iets’ leren over Gods nieuwe wereld. Nu is er opeens ook nog sprake van een nieuwe wereld. Een mooie combinatie overigens met Jesaja die ook sprak over een nieuwe wereld. En straks zullen we in het tafelgebed zingen: “Dat een nieuwe wereld komen zal.” En in dat tafelgebed vinden we een mooi aangrijppunt. Want de dichter zegt daar: “Dat een nieuwe wereld komen zal, waar brood en liefde is, genoeg voor allen.”

Afstand tot geloof en religie
Weten we alleen nog steeds niet wat het grote ‘iets’ is.
We horen en lezen dezer dagen veel over de ontkerkelijking en de afstand die mensen hebben tot geloof en religie. Als je mensen vraagt of ze in God geloven krijg je een veelvoud aan antwoorden. Heel divers, van rotsvast vertrouwen tot afwijzing. Er zijn ook mensen die zeggen dat God is uitgevonden door mensen. Er is ook taal gegeven aan de mensen die zeggen dat ze wel in ‘iets’ geloven, maar dat ze dat geen Naam kunnen geven. Dat dat voor hen niet is: een God op een wolk. Of een almacht die wereld en heelal bestuurt. Nee, zeggen ze, ik geloof wel dat er ‘iets’ is, een macht of kracht die onze denkdimensie te boven gaat. Die benadering noemen we het Ietsisme.
En als je dat op de vertaling van de perikopen van vandaag legt, dan is dat niet van vandaag, maar al eeuwenoud. Als je Jesaja in deze vertaling leest zou het zelfs door God zelf uitgevonden zijn.

Zoektochtje
Nou, mooi dan, zo’n zoektochtje naar het ‘iets.’ Niet voor niets heb ik de viering het thema ‘van Weten naar Doen’ meegegeven. Zowel bij Jesaja als bij de Psalmist is er sprake van een Godsbesef, een weten van Gods bestaan, maar tegelijkertijd een afhankelijkheid die passief maakt. Kijk maar naar het beeld dat in Psalm 70 oprijst. Een hulpeloze, gepijnigde figuur die zijn hoop stelt op zijn Heer.
Houd mijn vijanden tegen, straf ze, jaag ze weg. Zorg dat ze moeten vluchten. Ik ben ongelukkig en alleen. Kom mij toch helpen en wacht niet langer. Met enig gevoel voor dramatiek kun je er een prachtige wanhopige toneeluitvoering van maken met wilde dramatische gebaren van een op de grond kruipend type. Help mij toch!!!
Zeker, er spreekt vertrouwen uit de tekst. Maar ik mis zelf toch een beetje daadkracht. Bij de pakken neerzitten en klagen is in het algemeen geen oplossing voor een probleem. Je kunt er ook zelf tegen aan gaan. Mét hulp desgewenst, dat wel.
En het is Paulus in zijn brief aan de inwoners van Thessaloniki die ons daarin bemoedigt. Hij zegt: “Ik hoef jullie niet te schrijven dat jullie van elkaar moeten houden.

Nooit goed genoeg
Want dat heeft God zelf jullie al geleerd. Jullie houden van alle Christenen in Macedonië.” Dat is mooi gezegd. Daarmee zegt Paulus dat we de liefde van God zelf hebben meegekregen. Het is een beetje jammer dat hij zegt: doe nog beter je best. Dat is zo’n pessimistisch oer-Nederlands zinnetje van ‘het is nooit goed genoeg.’ Heel Nederlands, dus misschien spreekt het ook wel aan. Paulus heeft op zich gelijk als hij bedoelt te zeggen: heb elkaar lief, dat kun je nóóit genoeg doen, dat kun je nóóit overdrijven.
Paulus schrijft ook iets over onafhankelijkheid. Hij plaatst dat een beetje in een politieke context. De aangeschrevenen zijn wat hun geloof betreft nieuwelingen in de streek. Hij zegt: zorg dat je geen onrust veroorzaakt. Houd je bezig met je eigen zaken en verdiensten. Dan blijf je onafhankelijk.
Het is ook die onafhankelijkheid die we moeten inzetten als het gaat om te werken aan een eerlijke samenleving. We moeten vanuit onze eigen visie en inzet tonen wat we waard zijn. Wat we voor anderen over hebben. De bruidsmeisjes in het verhaal van Mattëus hadden geen olie over voor de domme meisjes die hun olie vergeten waren. Daar hebben we in de liturgievoorbereiding toch nog even op zitten kauwen. Wat een egoïsme en hardvochtigheid, zei iemand. Je kunt toch wel een scheutje olie weggeven. Maar ja, de verhalen die Jezus vertelde hadden doorgaans een diepere laag. Lang is het verhaal verteld als een metafoor dat je je leven lang waakzaam moet leven, want je weet immers niet wanneer je tijd is gekomen om verantwoording aan de allerhoogste af te leggen. Dan kun je maar beter geen zonden op je kerfstok hebben staan.

Denk vooruit en handel daarnaar
Zelf voel ik er meer voor om het verhaal te zien als een opwekking er voor te zorgen dat je actief bent. Dat je dóet. Dat je vooruitdenkt en handelt. Zorg dat je beschikt over voldoende brandstof voor onderweg. Voor jezelf en iemand anders. Ik ben er van overtuigd dat dat de opdracht is die ons gegeven is.
De afbeelding op de cover van het boekje illustreert die gedachte: een kordate tante. De handen uit de opgestroopte mouwen, hup, aan het werk: DOEN! Heel anders dus dan die domme blonde gansjes zonder olie voor hun lampjes.
Geloven is doen, is werken, is zorgen voor elkaar. Niet berekenend afwachten tot het moment suprême, maar een leven lang aandacht voor elkaar.

Dus… is God vandaag een straffende, helpende Ietsist? Of is hij de inspirator die ons influistert er te moeten zijn voor elkaar. Dat we elkaar dragen waar nodig en dat we op de ander kunnen leunen als we dat zelf nodig hebben.

God uitgevonden door mensen of andersom?
Hebben wij mensen God uitgevonden? Of zijn wij door God uitgevonden. Links of rechtsom kun je geloven in het grote Iets dat God heet of anders. Maar hoe het ook zij: het gaat om hoe we met elkaar leven. Want God heeft ons de liefde meegegeven, schrijft Paulus. En daar kunnen we allemaal, groot of klein, arm of rijk, jong of bejaard handen en voeten aan geven.
Onze lieve burgemeester Eberhard van der Laan zei het prachtig: “Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.”

Moge het zo zijn.

– – – – – – –
Vieringteksten, context rond deze overweging (PDF)

Alle Overwegingen in 2017

Vertrouwen in de toekomst

Overweging Maruja Bredie op zondag 5 november 2017 - Vertrouwen in de toekomstWaarom is iemand of iets vertrouwen zo belangrijk voor ons? Waarom maken we ons er zo druk om? We stoppen al onze vooroordelen en soms misplaatste opvattingen in het tegenovergestelde, in het wantrouwen. Daar kun je een hele waslijst benoemen, aangevuld met je persoonlijke en gedeelde ervaringen waaruit blijkt dat je gestelde vertrouwen niet altijd terecht was of misbruikt werd.

Je zou zeggen, we hebben dus wel een beetje recht van spreken. Ook het wereldtoneel laat zien dat wantrouwen leidt tot conflicten klein en groot en heel veel kapot maakt in allerlei soorten relaties. Vertrouwen hebben is dus lastig. Vertrouwen hebben betekent je meer open stellen, je kwetsbaar maken, inspiratie zoeken, hulp vragen.

Je kunt het dus eigenlijk niet buiten jezelf neerleggen: ‘ja, weet je, ik weet het ook niet meer ik sluit me af – of misschien zelfs op – en laat de boel de boel. Laat ze elkaar maar overhoop schieten. En dichterbij: ‘ik wil er niets mee te maken hebben, niets werkt, jammer dan.’ Zonder betrokkenheid en zonder begaan zijn met anderen draait de wereld misschien wel door maar langzaam maar zeker vrees ik zonder mensen.

Haast je tot het goede
De Boeddha, lezen we vandaag, reikt ons de volgende gedachten aan: ‘een mens moet zich haasten tot het goede en laat hem dat weer doen, laat hem blijdschap vinden in goed doen, opeenstapeling van goed brengt vreugde. Zelfs door het vallen van druppels wordt het vat gevuld, beetje bij beetje.’

Ons aandeel, hoe klein en hoe simpel dus ook telt, helpt mee om het vat van het goede te vullen. Maak je daarin niet klein, een bescheiden handreiking op de achtergrond is ook een zeer welkome druppel. We willen en kunnen niet allemaal op de voorste rij zitten. In de psalm over David lezen we, Eeuwige haast u mijn kracht is uitgeput ik ben even uitgedacht ik weet het even niet meer wat kan ik nou? Wijs me de weg, mijn ziel verlangt naar u. We vragen om hulp, we zoeken steun en willen ons gehoord voelen. Verkleint dat ons aandeel? Nee juist niet, het geeft ons kracht om verder te gaan om deel te nemen, om vertrouwen te geven en te delen. Martin Luther King heeft gezegd: als je vertrouwen hebt, hoef je niet de gehele trap te zien om de eerste stap te zetten. Het is stapje na stapje, beetje na beetje.

Recept met boodschappenlijst
Wil dat zeggen dat een recept met een boodschappenlijst noodzakelijk is om op weg te helpen om te weten wat we kunnen doen? Is dat niet hopeloos betuttelend en denigrerend? Als er één ding is dat ons al eeuwenlang uit allerlei oude teksten en bronnen wordt aangereikt dan is het wel de zogenoemde gouden regel: behandel een ander zoals je ook zelf behandeld zou willen worden.

Ieder van ons zoals die hier zit, weet van binnen welke aspecten daarbij tellen. Het feit dat een ander van je op aan kan, dat je betrouwbaar bent, je aan je woord houdt, respect hebt, goed luistert en nog zoveel meer. We weten als geen ander door de vele keren dat we gekwetst zijn geraakt, waar we belang aan hechten wat voor ons als mens telt en dus ook voor de ander. Vertrouwen ligt aan de basis van gezonde relaties. Zonder vertrouwen is er geen liefde en geen vervulling mogelijk. Je zou kunnen zeggen: vertrouwen heeft te maken met jezelf, met de diepere krachten in het leven en met de ander.

Lao Tse zegt: wie geen vertrouwen in anderen stelt, zal ook nimmer vertrouwen van anderen winnen. Als ik naar mezelf kijk vind ik dit nog wel een puntje. Het loslaten van mijn ervaringen en vooroordelen of misschien van mijn angst om me kwetsbaar op te stellen, lukt bepaald niet altijd.
Daarom tot slot nog de tekst van Mattheus, waarin ik las van: soms ben je welkom soms niet. Willen ze je niet ontvangen, geen punt, schud het stof van je voeten. Ik heb dat vertaald naar: soms lukt het soms niet, maak je daar niet druk om, ga naar een volgend huis. Er komt een volgend moment, een nieuwe kans.

Ervaringen relativeren
Deze bemoediging is fijn en helpt mij om verder te gaan, los te laten en de ervaringen opgedaan te relativeren. Rust in de chaos zullen we maar zeggen.

Eliza Laurillard, Nederlands dominee en dichter zegt: de kracht van vertrouwen maakt onrust tot rust. Ik denk wel dat dit hoopvol is niet alleen voor ons zelf maar ook gezien de onrust om ons heen. Vertrouwen hebben, vertrouwen geven, vertrouwen delen heeft dus alles van doen met hoe we daar zelf in staan, hoe we daar invulling aan geven en hoe we dit druppelsgewijs blijven aanvoeren, zodat we dat gaan merken aan de wederzijdse relaties waarin we als mens bestaan. Misschien in de toekomst, maar hopelijk dichterbij.

Ik wens ons allen veel vertrouwen.

– – – – – – –
Vieringteksten, context rond deze overweging (PDF)

Alle Overwegingen in 2017

Met hart, ziel en verstand

Met hart ziel en verstand

Hashtag #metoo ging als een razende rond op twitter en facebook afgelopen 2 weken. Er was een enorme reactie naar aanleiding van het wangedrag van Hollywoodproducent Harvey Weinstein.

Machtsmisbruik is blijkbaar niet van vroeger. Het zit diep in ons systeem verankerd.

Als je je wil ‘kan’ opleggen aan de ander, dan is de verleiding blijkbaar groot om die te gebruiken. In alle volken, in alle tijden. Maar macht is het tegenovergestelde van liefde. Dat is de overtuiging van Dietrich Bonhoeffer, de Duitse predikant en verzetsheld, zo schrijft schrijft in een gedicht in ‘Verzet en overgave’. Zowel geloof als liefde heeft vrijheid nodig, allebei kan je ze niet opleggen.
Want zowel geloof als liefde kan alleen groeien en zich verdiepen in vrijheid en vertrouwen.
Uiteindelijk blijft zowel geloof als liefde een geheim.
Liefde en geloof laten zich niet dwingen. En toch gebiedt God liefde- zoals we net in de lezing hebben gelezen. Heb de Eeuwige, uw God, lief met heel uw hart, en geheel uw ziel en al uw krachten.  Heb God lief met je hele hebben en houden. Hoe zit dat nou? Kan God dat  opleggen? En hoe ontspruit dat geloof dan? Is er een vonk die geloof en liefde in ons ontsteekt?

Liefdesgebod van Mozes
Het was Mozes die kwam met dit gebod. Na de 10 leefregels gegeven te hebben aan het volk in ballingschap, zei die; Heb God lief met je hart, ziel en je verstand. In het Hebreeuws staat er een woord ‘verstand’ dat ook vertaald kan worden met vermogen; je ‘geestelijk, lichamelijk en financieel. Met je hele hebben en houwen dus.
Dat lijkt dus een tegenstelling. Mijn gebod is; Heb me lief. In de liturgievergadering hebben we dit besproken. Dit naar aanleiding van Bart Jan die stelt dat God en Liefde voor elkaar vervangen kunnen worden. Heb de Liefde lief. Met huid en haar. Met alles wat je in je hebt.

God in ons van Jeremia
Na Mozes kwam Jeremia toch met een vervolg gebod. Een nieuw verbond. De belofte van het volk was verbroken. Het was ze niet gelukt. Jeremia profeteert; Luister volk van God. De Eeuwige heeft zijn wet in je hart gelegd.
Je kan God in je binnenste vinden. God heeft zijn wet, zijn gebod, in ons hart gegrift. Het Goddelijk mysterie is in ons. Blijkbaar moet je voor Gods wet naar binnen keren en ruimte geven.
God spreekt in ons binnenste, dat is een gewaarwordingsproces. Je moet je bewust zijn dat God van binnenuit werkt. De profeet  Jeremia zegt. Als je je binnenste laat spreken dan spreekt het Goddelijk mysterie zelf. Best een revolutionaire tekst. Jeremia geeft nieuwe betekenis aan het liefdesgebod van Mozes.

Heb lief van Jezus
En Jezus… die borduurt eigenlijk verder op Mozes en Jeremia. De liefdesgebod moet je zien dat het gebod van liefde in ons harten gegrift is. Heb de Eeuwige, uw God, lief met heel uw hart, ziel en verstand. ‘Houd net zoveel van uw medemens als van uzelf.’ Deze twee geboden zijn de basis van de hele wet en de profeten.”
In de liefde naar God moeten we God ook de vrijheid en ruimte geven. We kunnen mogen hem niet opsluiten en onze wil opleggen. Om te geloven met hart, ziel en verstand moeten we vooral liefdevolle mensen zijn.

Je wil niet opleggen
God is niet te vinden in macht en dwang. Niet in regels en dogma’s. Geloof en liefde is niet te vinden in macht en dwang. Je kan het niet opleggen. Als je in vrijheid de Liefde ruimte biedt, dan kan het groeien en verdiepen.
Ik denk aan Jezus’ gebed in de avond voor zijn lijden, hij bidt; ‘’niet mijn wil, maar uw wil geschiedde’’. Zelfs Jezus legde zijn wil niet op. Er was innerlijke ruimte om met hart, ziel en verstand te kunnen lief te hebben en geloven.

In liefde zijn in de Duif
Wat betekent dit liefdesgebod voor ons? Weg met macht, welkom aan liefde. Hashtag; #God spreekt in ons geweten. Er ligt een godsontmoeting in deze bewustwording en levensgevoel.
Mag ieder dan zijn eigen geloof hebben en eigen waarden koesteren? Als het zo individueel wordt, dan kunnen we nooit universele rechten van de mens bepalen. Kunnen we nooit opstaan tegen onrecht en nooit meewerken aan een wereld waar brood, recht en liefde is voor ieder mens. Regels hebben we nodig.
God spreekt en wordt door iedereen anders begrepen. Met dit verschil dat we kunnen zien wat liefde is- en wat niet. Haat is niet het tegenovergestelde van liefde, het is macht wat het tegenovergestelde is van liefde. Zodra iemand zijn mening oplegt aan de ander. Zodra er sprake is van machtsmisbruik, dan moeten we ons afvragen; is dit God die spreekt? Liefde en geloof laat zich niet dwingen.
Spreek jezelf uit, zorg voor elkaar en jezelf. Maar we moeten dus met alles wat we in ons hebben, de macht over de ander voorkomen. Met ons hart, ziel en verstand. Zoals Bonhoeffer schreef; Zowel geloof als liefde heeft vrijheid nodig, allebei kan je niet opleggen. Dat wens ik ons dus met hart, ziel en verstand. Dat wij als geloofsgemeenschap elkaar onze wil niet zullen opleggen en de liefde ruimte geven.

Hastag #letloverule

Moge het zo zijn.

– – – – – – –
Vieringteksten, context rond deze overweging (PDF)

Alle Overwegingen in 2017

Vorm en inhoud

Vorm en inhoudVorm en inhoud gaat over regels en de ruimte die er is hoe daar mee om te gaan. Eberhard was een burgervader die zelf inhoud gaf en paste voor een deel de regels toe op zijn eigen manier. 

In een grijs verleden wisten we ook precies hoe om te gaan met de vrije zondag. Dat ging, zoals dat nu genoemd wordt, volgens de Joods-Christelijke tradities.
In de beroemde of beruchte 60-er en 70-er jaren van de vorige eeuw werden tussen de christelijke gereformeerde en hervormde leiders met de gelovigen heftige discussies gevoerd of je nu wel mocht fietsen, spelen of televisie kijken. Kortom of een ander wel door jouw doen aan het werk gezet mocht worden op de vrije zondag. De vorm en de regels werden belangrijker dan de inhoud.
Zelf had ik een liberale moeder die geloofde in de vrijheid en de eigen verantwoordelijkheid voor de invulling van je eigen geloof en intenties. Het heeft mij gevormd tot iemand met een gevoel voor vrijheid en ruimte voor zich zelf en een gevoel van ruimte en vrijheid geven aan een ander. Door de vorm heen kijken en weten of de intentie zuiver was. De inhoud als kern.

Omslag orde van dienst. Thema Vorm en inhoud

De tekstlezingen gaan over de regels van de sabbat en het zich niet houden aan de regels door de leerlingen. Ze doen niets verkeerds. En over Gods nieuwe afspraak en de toepassing en verandering van regels in de loop van de tijd.

De Bijbel met Pasen
De invulling van de sabbat leidt tot kritiek op Jezus in de lezing uit Matheus Als blijkt dat hij coulance heeft bij de toepassing van de regels op basis van rechtvaardigheid en begrip.
Wat daaruit ontstaat leidt tot verharding van standpunten. Ook tussen Jezus en de farizeeën. Ze blijven op hun eigen strepen staan. En dat leidt nooit naar een positieve oplossing zoals we ook lezen in de Bijbel met Pasen.
In Nederland heeft die discussie over vorm en regels in de kerk, ook over de zondag niet tot iets positiefs geleid. Onder andere door verstarring van twee kanten is er een leegloop ontstaan. Hierbij is bij de wegblijvers een idee over de gelovigen oude stijl blijven hangen. En daarmee ook over de gemeenschap in de oude stijl. De buitenkerkelijken weten ons te vertellen wat de kerk van nu precies is en hoe het zit met God, de zonde en de hemel en de hel.
Dus hoe wij heden ten dage de kerk vorm geven is blijkbaar niet meer of onvoldoende bekend. Wij vinden overigens dat de inhoud van het geloof en de viering al niet meer lijkt op die van vroeger. Dat vinden wij!
De keren dat het mij lukt om iemand die tijden niet meer in de kerk is geweest mee te nemen, krijg ik tot mijn teleurstelling de reactie dat viering toch nog behoorlijk op de kerk van vroeger lijkt.
Blijkbaar zitten die indrukken zo diep dat ze niet door hun idee over de vorm heen kunnen kijken. Ze wisten hopelijk wel van Gods nieuwe afspraak uit de Hebreeën. Maar niet dat ook afspraken met de tijd meegaan.

Leerhuis
Tijdens de vier boeiende, interessante en eigentijdse avonden in het leerhuis over Augustinus met Bart-Jan van Gaart leerden we onder andere over de apofatische methode. Hierbij probeer je door te omschrijven wat het niet is (zoals liefde) dichter bij de betekenis te komen dan te omschrijven wat liefde wel is. Wij luisterden naar het liefdeslied van de Poema’s “Zij maakt het verschil” waarin gezongen wordt wat de geliefde vooral niet is. En daardoor duidelijker wordt wat zij wel betekent voor hem.
In het lied Wat ik helemaal niet ben van Stef Boss waar we naar geluisterd hebben wordt voor een deel dezelfde vorm gehanteerd.

Wat ik helemaal niet ben

Ik ben de liefde, wordt gezegd.
Gewapend tot de tanden.
De pispaal voor de een,
De richtlijn voor de ander.
Ik voel me eenzaam en onzichtbaar.
Al ben ik ook bekend.
Er is teveel van mij gemaakt
Wat ik helemaal niet ben

Toch, naar buiten uit zullen we met elkaar een vorm moeten vinden om duidelijk te maken wat God, de onnoembare, de eeuwige, wèl voor ons is. Wat dat voor ons inhoudt. En dat het vooral leidt tot het zijn van een gemeenschap die door een geest van verbondenheid en oprechte betrokkenheid in de viering diepgang in je leven brengt. Vorm en inhoud.
Voor iedereen jong en oud, ongeacht je achtergrond en wie of wat je ook bent. Een open en gastvrije geloofsgemeenschap zoals hier in de Duif.

Fundering
Van de Duif naar de druif lijkt een rare overstap maar ik kom zo weer bij de Duif terug.
Voordat een druif geoogst kan worden is er inzet en uitvoerend werk nodig en vervolgens ook toewijding om tot een mooie wijn te komen. Die kan weer in een vorm gegoten worden waar ook een ziel in zit. De bodem van de fles. De fundering.

Zo gaat het ook in de Duif. Er is gezamenlijke inzet nodig om wekelijks een viering te kunnen houden. En zo doende oprecht contact met elkaar te kunnen houden en te onderhouden.
We hebben gelukkig steeds weer een kleine groep die dat kan opbrengen. Maar we verwelkomen graag de mensen die binnen hun mogelijkheden op zondag mee willen helpen de viering mogelijk te maken. Gegoten in een vorm waar ook een ziel in zit. De viering met velen als fundering.

Bemiddelaar
Bezieling tussen vorm en inhoud. De ziel als bemiddelaar tussen vorm en inhoud.
Zoals gemeld in het welkom van vandaag en zoals verkondigd in de tijd van Jezus. Iedereen is welkom. Wie of wat je ook bent. Met geloof in onze gemeenschap en inzetbaarheid daarvoor. Bezieling en gemeenschap zijn.
In vorm EN in inhoud.
Moge dat ook zo zijn en blijven in de Duif.
Laten we dat blijven uitdragen.

– – – – – – –
Vieringteksten, context rond deze overweging (PDF)

Alle Overwegingen in 2017

Door Liefde geleid?

Door Liefde gevormd?De tekst uit het leesrooster voor zondag 15 oktober is onder andere Psalm 23: De heer is mijn herder. Naar aanleiding van de viering van Bart-Jan van Gaart op 10 september verving Jonne Meij de woorden ‘God’ en ‘de Heer’ door het woord ‘Liefde’.
In haar overweging kijkt Jonne naar wat dat zegt en stelt vragen als: “Wanneer je je door de liefde laat leiden, hoe doe je dat dan, wat kies je en hoe herken je een ‘verkeerde’ keuze?” en: “Leiden we door middel van onze keuzes volledig onszelf? of worden we ook geleid?”

Door Liefde geleid?

Naar aanleiding van de viering van Bart-Jan van Gaart op 10 september verving Jonne Meij de ‘woorden ‘God’ en ‘de Heer’ door het woord ‘Liefde’.

Een maand geleden, op 10 september was ik hier, in De Duif bij de viering van Jan Meijer en Bart-Jan van de Gaart, met het thema: ’Zonder liefde ben je nergens’ .
Een mooie en inspirerende viering waarin woorden van Johannes én Augustinus werden aangehaald. De belangrijkste woorden van Johannes waren: “Vrienden, laten wij elkander liefhebben, want de
liefde komt van God. Iedereen die liefheeft is een kind van God, en kent God. De mens zonder liefde kent God niet, want God is liefde.”
Vervolgens gingen we via de woorden van Augustinus een stap verder. Want, zo redeneerde die, als God liefde is, dan is het tegenovergestelde ook waar: dan is liefde God.
Augustinus stelde God daarmee gelijk aan de liefde.

Dat kan niet waar zijn
Mijn eerste reactie was: Dat kan niet waar zijn. Als God en liefde aan elkaar gelijk zijn, en daarmee inwisselbaar dan hoeven wij het niet meer over God te hebben. Dan praten wij in het vervolg gewoon met elkaar over de liefde.
Maar in diezelfde viering zat ook het uitdagende voorstel om eens een willekeurige bijbeltekst te nemen en het woord ‘God’ te vervangen door het woord ‘liefde’. Dat experiment ben ik in deze viering aangegaan. In Psalm 23, Jesaja 25 en de brief aan de Fillipenzen zijn de woorden God en Heer vervangen door het woord Liefde. Dat maakt deze viering tot een viering over de liefde en over hoe zij elk leven leidt.
Van de rijkdom die je van haar kunt ontvangen en over de armoede van hen die haar niet kennen. In alle teksten van vandaag, ook in de liederen, wordt de liefde in al haar verschijningsvormen,
bejubeld en geprezen. Van haar universele, allesomvattende grootsheid tot haar meer bescheiden menselijke voorkomen.

In psalm 23 wordt de liefde mijn herder. Een leider, beschermer, een leidraad die weet wat goed voor mij is en mij het allerbeste wil geven. Geloof en ervaar ik haar dan helpt ze mij om te leven, vrij en zonder angst.

De Liefde is mijn herder,
Zij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water,
Zij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige paden
tot eer van haar naam.

Op de liturgieavond ter voorbereiding op deze viering kon iedereen zich goed vinden in deze nieuwe versie. We ervaren de liefde als leidend. En Ja, de liefde voedt en ontspant en geeft vrede en nieuwe kracht… Had je alles maar de liefde niet, je had niets…
De liefde is voelbaar en onze intuïtie verteld ons waar ze is te vinden en waar niet. Waar zij aanwezig is en waar niet.. We kiezen onze vrienden en onze plaatsen op gevoel. We stemmen ons handelen af op onze naastenliefde. Het lijkt zo eenvoudig en vanzelfsprekend.
Maar er rijst ook de vraag ‘Hoe duiden we het vijandsbeeld in deze teksten?

Tegenpool
In alle drie teksten vinden we een tegenpool van de gelovigen: in psalm 23 worden zij aangeduid als ‘de vijand’. in Jesaja’s danklied zijn zij ‘De barbaren’, het ‘gewelddadige volk’ en ‘de velen’ in de Fillipenzen brief: die leven als vijand van Christus, de vleesgeworden zoon van de Liefde. Wiens God hun buik is, en die slechts gericht zijn op aardse zaken.
Allemaal mensen die de liefde niet kennen of zich van haar hebben afgekeerd. Uit gekwetstheid, woede of aards winstbejag.
Ik verwissel de woorden van Johannes: “ Iedereen die liefheeft is een kind van de Liefde, en kent de Liefde. Maar de mens zonder liefde kent de Liefde niet”. Kennelijk zijn er altijd al mensen geweest die de Liefde niet kennen.

Onze grootste angst: afwezigheid van de Liefde
Vijanden zijn het omdat zij niet vanuit liefde handelen. Dat boezemt ons angst in.
De afwezigheid van de liefde is wat wij het meeste vrezen. Zolang wij de liefde kennen en ervaren of toch in ieder geval op haar verborgen aanwezigheid durven vertrouwen, gaat het ons goed. Maar zodra wij aan de trouw van de liefde twijfelen en haar afwezigheid vrezen, worden wij bevangen door angst. Soms zonder dat wij ons er van bewust zijn.

Vanuit angst voor afwijzing, of vanuit het gevoel ‘niet goed genoeg te zijn’ voor de liefde, zoeken we troost in verleidingen die ons een direct gevoel van succes garanderen. Sigaretten, drank, drugs, geweld of, vaak voorkomend onder alle leeftijden: een scherm.
De tv, computer, tablet of de telefoon: ze leiden ons af van wat er te voelen is aan onzekerheid, angst, verdriet en eenzaamheid. En belangrijker: ze wijzen ons nooit af en laten ons nooit in de steek.

Filmpjes kijken
Laat me u een persoonlijke anekdote vertellen.
Een week of twee geleden barstte mijn dochter vlak voor haar bedtijd in huilen uit. Zij had haar huiswerk niet klaar en wilde dat nog afmaken. Maar het was hoog tijd en ik hield haar voor dat ze eerder had moeten beginnen. Nu had ze de hele middag filmpjes zitten kijken op haar telefoon. Ik vond het een goed leermoment voor haar en gaf niet toe.

Het huilen had echter een verontrustende toon. Het klonk anders dan anders, u herkent dat misschien… ik vond mijn dochter, hoe zal ik het zeggen, bijna in paniek. Ze wist niet wat ze met zichzelf aan moest. Ze bleek te worstelen met haar eigen onmacht om de verleiding van haar telefoon te weerstaan. Ze wist wel dat er huiswerk gemaakt moest worden, maar had haar telefoon niet weg kunnen leggen. De onmacht was haar eigenlijk te groot, ze kon er niet mee uit de voeten. Zij kan geen nee zeggen tegen haar telefoon en ze haat zichzelf erom.

Dit is een klein maar glashelder voorbeeld van de tegenkracht van de Liefde… De verleiding van de bevrediging op de korte termijn. Het maakt dat zij zich onvrij en klein voelt en dat zij met tegenzin naar school gaat en de neiging krijgt om zich terug te trekken. Haar mobiel is als een duveltje op haar schouder die al haar aandacht opeist.
“En waar is die stomme engel dan..!” riep ze in volle verontwaardiging uit.

Weinig lawaai
Door die vraag voelde ik me nogal aangesproken. Ik ben haar moeder maar ook de enige uit ons gezin die naar de kerk gaat. Hier moest ik toch een zinnig antwoord op kunnen geven! Ik hoorde mezelf zeggen: “Die engel zit wel op je andere schouder, ze maakt alleen niet zoveel lawaai… Ze is er, en om dat te ervaren hoef je alleen maar je aandacht te verleggen naar je andere schouder.”

De liefde roept niet, belooft niets, dringt zich niet op. De Liefde vraagt geen offer, beperkt jou niet, maakt jou niet klein. De liefde bevrijdt, ontspant, geeft lucht en ruimte. Zij herstelt het contact met onszelf en de ander.
Wanneer wij met onze aandacht gevangen zitten in een verslaving. Hoeven wij slechts onze blik te verleggen. Haal je aandacht weg bij de verleiding en durf de schijnbare leegte in te kijken… Geloof erin, vertrouw erop, het bevrijdt je uit je machteloosheid en geeft je de gelegenheid om de liefde te ontdekken in een van haar ontelbare verschijningsvormen.

Zo je de liefde wil kennen
Ik wil afsluiten met een uitspraak van Kahlil Gibran
“En zo je de Liefde wil kennen, tracht dan geen raadselen op te lossen.
Zie liever om je heen en je zult haar zien spelen met je kinderen.
En kijk naar de hemel; je zult haar zien wandelen in de wolk, haar armen uitstrekkend in de bliksem en neerdalend in de regen. Je zult haar zien glimlachen in de bloemen en haar handen zien
oprijzen en wuiven in de bomen.”

Dat mysterie, die eeuwige liefde en schoonheid, dat noem ik geloof ik toch graag God.

– – – – – – –
Vieringteksten, context rond deze overweging (PDF)

Overwegingen 2017

Je glimlach bewaren

Je glimlach bewaren - omslag orde van dienst

In de doopviering van Yannic Omloo lezen we teksten uit ‘Een jihad van liefde’ van Mohammed El Bachiri naast vergelijkingen in het evangelie volgens Mattheus.

Je glimlach bewaren, de moed niet laten zakken en de menselijkheid van een ander herkennen.
Diana Vernooij plaatst teksten van Mohammed El Bachiri naast vergelijkingen van Jezus in Mattheus.
– – –
“Ik heb een vriend, die altijd erg overtuigd is van zijn standpunten en graag de discussie aangaat. Zijn kinderen hebben een cartoon in de w.c. opgehangen (overigens de beste plek voor dit soort grapjes) en daarop staat: “Met het ouder worden veranderen wel mijn standpunten maar niet het feit dat ik gelijk heb”. Mijn vriend moet gelukkig zelf grinniken om de cartoon, en dat relativeert zijn gelijkhebberij.

Gelijk en geluk sluiten elkaar uit
Ooit moet een mens de keuze maken tussen gelijk en geluk. Wil je gelijk hebben of gelukkig worden?
Het sluit elkaar namelijk uit. Mensen die gelijk willen krijgen eisen meer. Ze willen een bevestiging van de buitenwereld. Wat is er aan om gelijk te hebben als niemand dat weet? Gelijk willen hebben is verslavend en je krijgt er eigenlijk nooit genoeg van.

Gelukkige mensen interesseert het niet of ze gelijk hebben. Ze zijn op iets anders gericht, een andere kwaliteit van leven, iets als blij zijn met hoe de dingen zijn, dankbaar voor wat je geschonken is in dit leven. Gelukkig mensen nemen wat je gegeven is niet zomaar voor gegeven. Het léven is ons gegeven. Yannic is ons gegeven, ons eigen leven is ons gegeven. Laten we dankbaarheid daarvoor oproepen. We hebben al wat ons in de schoot valt juist gekregen omdat we op de schouders van onze voorgangers staan. Zij hebben gewerkt en gestreden om dingen voor elkaar te krijgen – wij mogen dat niet zomaar onverschillig terzijde schuiven als vanzelfsprekend. Chantal vertelde dat Martine en zij zich ervan bewust zijn, dat zij dank zij de generatie feministen voor hen, als lesbische vrouwen samen een gezin kunnen stichten en daarin geaccepteerd worden door de wereld om hen heen. Zij hebben geluk – ze worden niet verleid om steeds weer het gelijk te bewijzen dat het echt wel kan, goede moeders zijn, als lesbisch stel.

Bij het verhaal dat we lazen staan de gelijkhebbers tegenover de gelukszoekers. Jezus spreekt de mensen aan die het geluk najagen, hij zorgt voor zieken en inspireert de buitengeslotenen van de maatschappij. De hogepriesters jagen het gelijk na. “Wie mag nu eigenlijk spreken namens God? Dat zijn toch zeker wij, de hogepriesters, en niet die mafkees uit Nazareth?”

Actie-reactiespiraal van geweld
Dat gelijkhebberij dicht bij het actie-reactiespiraal van geweld staat zien we al in het verhaal. De wijnbouwers zijn gewetenloos, zij willen niets van hun winst afstaan aan degene die de wijngaard gesticht heeft. Ze vermoorden de dienaren en de zoon van de eigenaar om zich de wijngaard toe te eigenen. Puur onrecht. Het is een verháál dat Jezus vertelt en hij vraagt de hogepriesters wat zij denken dat de eigenaar van de wijngaard zal doen met de pachters. Die antwoorden dan dat hij de pachters een ellendige dood zal laten sterven en de wijngaard aan anderen zal geven.

Jezus geeft zelf geen antwoord op zijn eigen vraag. Verrassend genoeg draait hij het perspectief van het verhaal om. Het blijkt een gelijkenis te zijn. Het blijkt over de hogepriesters zelf te gaan die hem niet erkennen. Hij zegt dat het Koninkrijk Gods de hogepriesters zal worden ontnomen en aan anderen gegeven.  In dat perspectief hebben de hogepriesters dus zwaar geoordeeld over zichzelf. Dat zit ze absoluut niet lekker. En zij zinnen op een moment om Jezus te pakken te nemen. De hogepriesters die op hun gelijk gericht zijn, zitten gevangen in een spiraal van geweld, en zullen doorgaan tot het gaatje, totdat Jezus aan dat kruis zal hangen en sterft.

Het zit in ons allemaal, de neiging het gelijk willen hebben voor het gelukkig zijn te laten gaan. Soms moeten we strijden voor rechtvaardigheid, krijgen we het niet in de schoot geworpen. Des te hardnekkiger het onrecht is, des te meer ligt de gelijkhebberij op de loer. Het is een menselijk patroon, dat gelijk willen hebben. Als je dat patroon níet kunt relativeren, als je gelijk hebben tot de meest betekenisvolle actie van je leven maakt, dan val je uit de liefde en kom je onherroepelijk in een spiraal van het geweld terecht.

Chantal verwees naar de vrouwen die voor haar gestreden hebben voor rechten die nu vanzelfsprekend zijn. Ik heb in mijn jonge jaren zo’n strijd voor autonomie als vrouw gestreden waar ik ook uit de bocht schoot. Het was in mijn radicale jonge jaren, zo’n 35 jaar geleden, dat ik inzag hoe afhankelijk ik van mannen was opgevoed. Ik raakte ervan overtuigd dat alle mannen onderdrukkers waren van vrouwen. Ik kon mij pas vrij maken, dacht ik, als ik de relatie met mijn vriend zou beëindigen. Ik vond dat ik het gelijk aan mijn zijde had, dus mijn vriend moest wel mijn onderdrukker zijn die ik beter kwijt dan rijk kon zijn. Dat ik daarmee een zachtaardige man onrecht deed, liet ik toen niet echt tot mij doordringen.

Geloof kent weinig nuances
Sommige mensen gaan nog verder in hun gelijkhebberij. Ze willen rücksichtloos andere mensen hun waarheid opdringen en degenen die zich niet laten bekeren omleggen. Jihad wordt het nu genoemd, en vroeger: beeldenstorm, inquisitie: ketterverbranding, kruistocht. Geloof is helaas een al te mooi voertuig voor de gelijkhebbers. Geloof kent weinig nuances, en is maar al te goed te combineren met compromisloos leven. God staat aan onze kant, we hebben alle recht om ten strijde te trekken. Ik moet meteen aan Bob Dylan denken, protestzanger en winnaar van de Nobelprijs voor literatuur:

The First World War, boys
It came and it went
The reason for fighting
I never did get
But I learned to accept it
Accept it with pride
For you don’t count the dead
When God’s on your side.

Oftewel: je telt de doden niet als God aan je zijde staat.
Daarom is het nodig om er een ander compromisloos religieus leven tegenover te zetten, een andere jihad, een andere inspanning. Een jihad die jou juist op het moment dat een ander jouw leven verwoest, laat zeggen: “Niets rechtvaardigt haat, niets zal tot haat leiden.” Het is wat Mohammed El Bachiri doet. Altijd zal de liefde voor zijn vrouw, en de liefde die zij deelden het antwoord bepalen – en niet, nóóit de haat: “Liever sterven dan te haten!”, zegt hij.  Onrecht beantwoorden met liefdebetoon. Altijd.

Broertje of zusje van haat
Haat uit je hart bannen – nooit haat laten opkomen, nooit ook maar een broertje of zusje van haat laten opkomen: irritatie, woede, verontwaardiging. Nooit toestaan dat je dat gebeurt. En als het je toch gebeurt: het in liefde en zachtheid smoren én in relativering en humor. En ondertussen kritisch en radicaal blijven. Nee zeggen, het onrecht stoppen – zonder haat. Verder gaan vanuit het hart en de rede, met de liefde als onuitputtelijke grondstof.

De spiraal van geweld doorbreken, de actie-reactiepatronen van het geweld doorbreken, dat kan op vele onverwachte manieren. Jan, hier in De Duif, vertelde dat hij eens gebeld werd om een ruzie te sussen tussen 2 echtelieden. Als hij aankomt zijn zij aan het schreeuwen tegen elkaar en het huis is een bende van stukgegooid huisraad. Jan richt zich niet op de woorden, probeert niet partij te kiezen of tussen¬beide te komen maar pakt de stofzuiger en begint schoon te maken. Dat koelt de hele situatie af.

Haten en schreeuwen
Niemand zou het vreemd vinden als Mohammed El Bachiri zou haten en schreeuwen. Hij heeft recht van spreken en hij spreekt. Hij spreekt verpletterend en indrukwekkend. “Niets rechtvaardigt haat, niets zal tot haat leiden.” “De ware jihadist zoekt naar kennis, doet zijn best om anderen te ontmoeten, ook als die daar niet voor openstaan. De jihadist laat de moed niet zakken, hij bewaart de glimlach en erkent de menselijkheid van de ander.”

Dus laat de moed niet zakken. Laat ons die radicale jihadist van de liefde eer bewijzen.
Laten we onze liefde bewaren.
Bewaar je glimlach, Yannic, als de zeeën je soms te hoog gaan.
Bewaar je glimlach Martine en Chantal, als de wereld zich tegen jullie, lesbische moeders keert.
Bewaar je glimlach lieve mensen hier in de Duif, wat je ook overkomt. En erken altijd de menselijkheid van de ander.

 – – – – – – –

Alle teksten rond deze overweging (PDF)

Recensies Een jihad van liefde: ‘De leesclub van alles’; NRC

Overwegingen 2017

In opdracht van God…?

In opdracht van God...? Omslag orde van dienst

Johannes de Doper doopte mensen. Deed hij dat uit zichzelf of in opdracht van God? 

Johannes de Doper doopte mensen. Deed hij dat uit zichzelf of in opdracht van God?
Die vraag stelde Jezus aan de priesters en de leiders van het volk. Jeffrey Leander nam die vraag onder de loep..
– – –
“Ergens las ik dat iemand tijdens zijn studie een boekje schreef en waarvan hij achteraf vond dat het gelukkig nooit de drukpers heeft gehaald. De titel van dat boekje was ‘Zeker weten’. Hij vertelt verder dat wanneer hij nu het boekje teruglees, hij zichzelf nauwelijks meer in de auteur herkent van twintig jaar geleden. Van de stelligheid, waarmee hij toen met de Bijbel in de hand van alles beweerde, is weinig meer over. De Bijbel heeft hij nog steeds vast, maar hij is hem inmiddels totaal anders gaan lezen.

De Bijbel is Gods woord, dat is mij altijd geleerd. Maar steeds vaker realiseer ik me dat dit nog weinig zegt over hoe ik de verhalen en teksten zou moeten interpreteren. Neem nu het Oude Testament. Eigenlijk een bizarre verzameling van teksten. Wat moet ik met verhalen, die je doen gruwelen als je ze voor het eerst leest? Valt een genocide in opdracht van God wel te verklaren of goed te praten? Of: mag ik dit gegeven wel zomaar wegstoppen? Er niet meer over hebben. God is rechtvaardig. Dus het zal wel kloppen dat complete steden, inclusief kinderen, worden uitgemoord. Gelukkig lees ik elders in de Bijbel dat God liefde is.

Richard Rohr
Bij het voorbereiden van deze viering kwam ik op internet de naam Richard Rohr tegen. Deze Amerikaanse Franciscaner monnik heeft ooit beweerd dat het belangrijkste is dat je een mens bent die door de Geest geleid wordt. Hij gelooft dat de Bijbel het Woord van God is in de woorden van mensen. God vertrouwt de menswording. God laat ons God zien en gebruikt dat als zijn woord. Daarom, zegt Rohr, is de tekst zelf als drie stappen vooruit, en twee stappen achteruit. Je hebt het te pakken, je raakt het kwijt, je hebt het te pakken, je raakt het kwijt…

Het is, zoals we daarstraks zongen, alsof je als een blinde langs de muur tast en struikelt op klaarlichte dag. Ik weet niet hoe het u vergaat als u een tekst leest uit het Oude Testament, maar als ik weer een preekbeurt heb in de Duif en een tekst uit het oude testament volgens het leesrooster ter hand neem, een tekst waarin dingen gebeuren uit naam van God of omdat God dat zegt, dan rijst bij mij soms de volgende vraag op: hoe zit het met al dat geweld in deze tekst? Nog erger, mensen doen heden ten dage nog steeds vreselijke dingen uit naam van God.
In zo’n God wil je toch niet geloven? Rohr beweert dat als er in de Bijbel staat: ’…De Heer zegt…’ dan is het niet de Heer die dat zegt, maar de schrijvers van de Bijbel.
Dit is geheel in de lijn van de onlangs overleden spraakmakende theoloog Harry Kuitert die zegt dat al het spreken over boven van beneden komt. Je kunt van deze quote vinden wat je wilt, maar als je door de eeuwen heen kijkt naar gebeurtenissen die uit naam van God hebben plaatsgevonden, dan kan ik me wel indenken dat Kuitert tot deze oneliner is gekomen.

Projectie van eigen gedrag
Mensen projecteren hun eigen bewustzijn op God om hun eigen slechte gedrag te rechtvaardigen, zegt Rohr. Tijdens een van de Leerhuis avonden over Augustinus is dit thema uitgebreid aan bod gekomen. Overigens een aanradertje om die te bezoeken. Maar dit terzijde. Zojuist lazen we in Ezechiël dat de Heer tegen hem sprak: ’…en alleen de mensen die zondigen, zullen sterven…’
Als ik Rohrs bewering volg, dan is het niet de Heer die sprak, maar Ezechiël zelf die daarmee zijn betoog kracht bij wilde zetten. Ezechiël wilde via God beweren dat je mensen niet om hun ‘zijn’ moet veroordelen, dat is niet aan ons. Wat mij betreft is het betoog van Ezechiël een aansporing om meer bewust te zijn van ons eigen gedrag. Dan valt zo’n tekst nog mee en neem je het niet zomaar voor waar, maar probeer je te ontdekken wat ermee bedoeld wordt.

Schuldgevoel en vergeving
Tijdens de voorbespreking van deze dienst hebben we geprobeerd de twee lezingen van vandaag op deze manier te begrijpen. De thema’s schuldgevoel en vergeving kwamen aan de orde. Hoe ga je om met het feit dat je Nee tegen een ander zegt als deze iets van je wilt. En hoe ga je om met het feit dat die ander Nee tegen jou zegt als je iets van die ander wilt. De lezing van Matteüs laat zien dat Nee zeggen of Nee gezegd worden eigenlijk helemaal niet zo erg is. Als je handelt vanuit je hart, vanuit liefde dan hoeft een Nee niet onverbiddelijk te zijn, maar kan het ruimte bieden voor een volmondig Ja. Als je je laat leiden door je ego, zoals de priesters en de leiders van het volk in de lezing van Matteüs, dan ga je de boel verkeerd uitleggen. Het gaat erom dat de Geest die zich geopenbaard heeft in de figuur Jezus, die leidraad is voor ons horen van het Woord van God. Dus het belangrijkste is dat je een mens bent die door de Geest geleid wordt, dat je je overgeeft aan de Geest. En voor mij is de Geest parallel aan de Liefde. En dan kun je vertrouwen op wat je hoort. En God weet, ontdek je dat de stelligheid die van een Bijbeltekst afstraalt, niet zo stellig is als dat het er staat en zal het boek van het begin van deze overweging wellicht een andere titel krijgen dan Zeker Weten.

Zwartrijden
Als laatste wil ik de volgende belevenis met u delen. Op een middag wilden Bart-Jan en ik met de trein naar Amsterdam. We parkeerden de auto bij station Spaarnwoude in Haarlem. Net als we de brugtrap wilden opklimmen om naar het perron aan de overkant te komen, zagen we de trein al aankomen rijden. Met een snelheid van jonge triatlonsprinters, renden we de trap op om vervolgens aan de overkant weer naar beneden te snellen. Helaas was de trein reeds gearriveerd en stond deze op het punt zijn deuren weer te sluiten. We gaven de moed niet op, omdat we de conducteur nog op het perron zagen staan die het fluitje al naar zijn mond dirigeerde. Op dat moment zag hij ons met verbeten blikken de betonnen trap afrennen en wachtte met fluiten. Hij wenkte ons snel in te stappen en buiten adem stonden wij bij hem in de coupéhal. ‘Och jee, nu zijn we zwartrijders’ was het eerste wat Bart-Jan nog snakkend naar adem en met angst in zijn ogen kon uitbrengen. Want tijd om onze OV kaart te laten scannen hadden we niet. En als reactie van de conducteur, vergezeld met een vette knipoog kregen we terug: ‘Het is toch leuk om een keer zwartrijder te zijn.’
Over schuldgevoel en vergeving gesproken.

– – – – – – –

Alle teksten rond deze overweging (PDF)

Overwegingen 2017